Met drie bands uit de laatste voorronde van Nu Of Nooit 2010 (gehouden in poppodium Fenix, Sittard) is Midden-Limburg goed vertegenwoordigd. Ook de Tilburgse Marlon Penn met zijn deels Roermondse band bezet een finaleplek. Één van de bands uit de laatste voorronde bijt het spits af in de finale: SonA. Altijd vervelend om te beginnen bij een bandwedstrijd, ook statistisch gezien. SonA eindigt dan ook als vierde vanavond.
SonA anno 2010 is een kleurloze band. Dat kan ze ver gaan brengen in de toekomst, zeker omdat het muzikaal gezien wel snor zit met deze jongens. Hun 'middel of the road'-pop/rock doet vertrouwd aan en vooral de toetsenist blijkt bijzonder bedreven met zijn instrument. Het pluspunt van SonA is tevens het grootste punt van kritiek; door de muzikaliteit van de band heen horen we middelmatigheid en ongeïnspireerde liedjes. Melodietjes die sterk doen denken aan Blof, Stevie Ann en Guus Meeuwis schuiven voorbij.
Hoewel de zang oké is, blijft er nog veel te winnen qua uitstraling en podiumpresentatie. Op geen van beide vlakken scoort SonA onder de maat, maar over uitschieters is hier evenmin te spreken. Vooral de eerste helft van de set doet SonA aan als een studentikoos coverbandje. Gelukkig komt daar halverwege de set verandering in, wanneer SonA plots op dreef lijkt te komen en heel even iets van oorspronkelijkheid etaleert. Het talent is aanwezig, zij het diep verscholen onder saaie clichés en muzikale gemoedelijkheid. (PO)
Marlonn Penn werd voorafgaand aan deze finale bestempeld als dé grote favoriet voor de eindzege, niet in de laatste plaats door zijn prestaties in de Azijnfabriek. Toch lost de eclectische singer-songwriter zijn favorietenrol maar ten dele in.
Het zit ‘m niet in de ijzersterke band die achter hem staat. En het zit ‘m ook niet in Penn’s indrukwekkende vocale capaciteiten, die hij met door merg en been snijdende uithalen al in het tweede nummer tentoonstelt. Het zijn met name de composities die hier en daar tekort schieten. Door de diversiteit aan invloeden en de grote contrasten in de muziek lijken de songs soms wat stuurloos. Keiharde rock à la Rage Against The Machine gaat hand in hand met lome reggaeklanken en onheilspellende klanktapijten worden ingelost door intieme en verstilde singer-songwritermomenten.
Marlon Penn permitteert zich veel vrijheid en experiment en kiest hierbij voor een variëteit aan stijlen. Daardoor blijven de liedjes soms schetsmatig van karakter en missen ze een bepaalde richting. Dat neemt niet weg dat Marlon Penn, gezien zijn talent, muzikale bagage - én niet te vergeten: zijn looks - het nog ver gaat schoppen. Met een beetje meer visie lijkt een toekomst als muzikant dan ook binnen handbereik. (GS)
Het vriendelijke rockbandje Clock doet het op lokaal niveau al aardig. Ondanks dat de band nog maar relatief kort bestaat, is er toch duidelijk nagedacht over allerlei zaken waar je je als band mee bezig moet houden heden ten dage. De kleding is hip is eigentijds, er is een EP met met een fraai vormgegeven hoesje en op het podium lijkt er haast sprake van enige choreografie. Er hangt zelfs een spandoek voor Clock in De Bosuil.
Al die koddige randelementen geven blijk van het feit dat Clock zich bewust is van het belang van degelijke pr en dat je 80% van je publiek al inpalmt met je uitstraling en goede looks alleen. Dat het muzikale element daarin soms wat verloren raakt, lijkt een bijzaak te zijn. Geen van de liedjes die gedurende dit half uur voorbij komen zijn hoogvliegers.
Met catchy refreintjes is Clock spaarzaam, al wordt dat ondervangen door de energie die de band op het podium ten toon spreidt. Dat heeft Clock ongetwijfeld bonuspunten opgeleverd. In het Nederlandse bandjescircuit is Clock een welkome aanvulling, maar of ze echt worden opgemerkt is nog maar de vraag. (PO)
De finaleplek voor Moose Da Beat deed veel stof opwaaien. Nu is de finale line-up altijd al een geliefd discussieonderwerp, maar het commentaar op het Roermondse trio leek hier en daar toch wel wat feller van aard. Uit de hand gelopen grapje of hardwerkende band, het gaat erom hoe het klinkt.
De elektrobeats in discojasje van Moose Da Beat klinken soms redelijk aanstekelijk en het Roermondse trio weet dan ook in een mum van tijd een feestelijke toon neer te zetten. Tot zover. Voor de rest is meligheid troef en klinkt het geheel nogal futloos en ongeïnspireerd. De kale beats, analoge synthbaslijnen en disco-/funkritmes worden opgesmukt met een eindeloze herhaling van een paar ‘hippe’ slagzinnen, die door een vocoder aan de man gebracht worden.
In hun act gaat Moose Da Beat af en toe heerlijk fout buiten het boekje, maar steeds krijgt banaliteit de overhand, een paar ingestudeerde robotbewegingen ten spijt. Hier en daar worden de beats nog opgeleukt met bliepjes en samples, verder gaat het er allemaal te rechtlijnig en vlak aan toe. Enige variatie, opbouw of climax in de standvastige 4/4-mixes zou bijvoorbeeld heel welkom zijn. Bewaren voor de nachtelijke campinguurtjes op Solar. (GS)
Na het succes van De Staat lijkt het wel of iedere stokebrand naar voren wordt geschoven als een nieuwe ontdekking. 3VOOR12/Limburg ontdekte The Mad Trist al in 2006 en nu krijgt de band uit Maastricht eindelijk landelijk aandacht van radiostations en muziekpers. Één van de oorspronkelijke leden van The Mad Trist richtte een aantal jaar geleden Reckless Pilots op; een rockband die het vooral binnen Limburg erg goed deed en in 2008 zelfs de finale van Nu Of Nooit haalde.
In een nagenoeg ongewijzigde bezetting herrijst Reckless Pilots uit zijn as en transformeert in het rockmonster Sungrazer. Met gortdroge woestijnrock en Doors-achtige psychedelica weeft Sungrazer lang uitgesponnen nummers. De band kent inmiddels zijn kracht en zoekt nauwelijks de confrontatie op het vocale vlak. De grotendeels instrumentale passages houden het lang spannend. Toch lukt het lang niet iedereen om de aandacht erbij te houden.
Sungrazer is een typisch product van het Limburgse bandklimaat. Een groep vrienden, muziek makend uit passie en bevlogenheid voor het zelfde soort muziek. Bij Sungrazer is muziek absoluut de hoofdmoot; er lijkt geen plan te zijn rondom Sungrazer. Daarin schuilt het gevaar dat deze band - zoals zovelen voor hen - na Pinkpop in een diep dal terechtkomt en uiteindelijk een stille dood sterft. Dat gunnen we de jongens van Sungrazer absoluut niet, al zijn er geen aanwijzingen dat het dit trio anders zal vergaan. Fingers crossed. (PO)
Nu Of Nooit 2010, finale: Koddige randelementen
De Bosuil, Weert: SonA, Marlon Penn, Clock, Moose Da Beat, Sungrazer
De finale van Nu Of Nooit 2010 is weer gespeeld. Sungrazer was de grote winnaar, maar hoe verging het de rest van de bands in de finale van de SPL-bandwedstrijd?