Kingdom Come laat hoogtijdagen van klassieke hardrock herleven

Zonder hair metal look goed bij de roots gebleven

Recensie en foto's: Raymond Kruijen ,

Eind tachtiger jaren was het walhalla voor “hair metal bands”. Ook Kingdom come met hun “looks” behoorde tot die categorie, echter muzikaal onderscheidde ze zich toch van het stigma “poser”. Met hun grootse debuut kreeg men het predikaat “Led Zeppelin klonen” mee. Hoe dan ook, na tien studio albums blijven ze hun stijl nog steeds trouw.

Zonder hair metal look goed bij de roots gebleven

‘The Rock Temple’ is redelijk goed gevuld wanneer het enige overgebleven band lid en tevens zanger Lenny Wolf uit de startblokken schiet met het “heavy” nummer ‘The machine inside’. Het openingsnummer van het recenste album ‘Magnified’ zou achteraf ook het enige nummer zijn wat het publiek te horen zou krijgen van hun laatste 3 albums.

De band grijpt vanavond terug op veel nummers uit hun beginperiode, hetgeen het publiek enthousiast voor lief neemt. Bij het horen van ‘Living out of touch’ en ‘Get it on’ waan je je twintig jaar terug in de tijd. Deze parels schitteren nog altijd. Dit is mede te danken aan Wolf’s Duitse band die zich heavy en strak van hun taak kwijt. Tel daarbij op de stembanden van Lenny waarop nog geen sleet lijkt te zijn gekomen en je hebt een succesvol avondje “Classic Hardrock”.

Op up-tempo nummers als ‘Should I’ en ‘Can’t deny’ komt Wolf’s stem volledig tot zijn recht. Ik hoor de critici al jammeren dat zijn stem wel veel weg heeft van Robert Plant, maar het publiek zal daar maling aan hebben. Afsluiten doet Kingdom Come na twee uurtjes in stijl met het nummer ‘Pushing Hard’. De hair metal look heeft de band na twintig jaar dan wel vaarwel gezegd, maar des te trouwer is Kingdome Come aan zijn muzikale roots gebleven.