"Ken je Damon Albarn (frontman van Blur en zanger bij de Gorillaz red.)? Ik zag laatst een interview met hem waarbij hij constant op zijn mandoline zat te spelen. Ik denk dat ik dat ook ga doen." Jon Hart speelt banjo, mandoline en piano en is na drie weken touren nog opmerkelijk vrolijk. Ook gitarist en zanger Killian Gavin lijkt vrolijk. Het optreden op Het Dok is voor Boy & Bear het laatste van de Europese tour die drie weken duurde. Het humeur van de band lijkt hier niet onder te hebben geleden. Enthousiast vertellen Jon en Killian over hun avonturen tijdens de tour: een basversterker die in de fik vliegt, de band die verdwaalt in een club. Jon: "Heb je Spinal Tap wel eens gezien?"

De verhalen van tourmanager Nick Hannan over het succes van de band ('Ze kunnen alleen met security over straat.') blijken overdreven, maar toch is de band populair in hun thuisland. Het album Moonfire won dit jaar een prestigieuze ARIA Music Award voor het beste album. Dit succes levert de band weinig op in eigen land. Killian vertelt dat het moeilijk is om veel te touren in een land met zo weinig inwoners als Australie (in 2009 telde het land ruim 21 miljoen inwoners). "Als je dertig shows hebt gedaan ben je daar wel klaar."

De overstap naar Europa was daarom noodzakelijk maar niet eenvoudig. De ligging van Australië betekent een isolement. Geld blijkt het voornaamste probleem te zijn. Killian: "Het is erg duur om van Australië naar Europa te reizen. Dat maakt het risico voor boekers groter." Ondanks de moeilijkheden doet de band het goed in Europa. Vooral Nederland voelt, volgens het duo, als een warm bad. Jon: "Het was echt geweldig. Op Lowlands zong iedereen de nummers mee."