#ESNS16 Wispelturig Grunnsonic eindigt in de goot

Vrijdagavond in De Walrus met garagerock, gitaarfunk en screamnoise

Tekst: Johan Stolk Foto's: Harold Zijp ,

Voor de tweede keer op rij maak sociëteit De Walrus deel uit van Grunnsonic, het Groningse showcasefestival rondom Eurosonic Noorderslag. Deze vrijdagavond is het aan Creepy Karpis, the Tightropes en …And The Gods Made Coffee om het publiek ervan te overtuigen dat je voor goede bands niet de stad uit hoeft.

Creepy Karpis

Om kwart voor negen, wanneer de eerste band op het programma staat, kan de zaal haast niet leger. Niet dat het Creepy Karpis wat uit lijkt te maken. Met ruime shirts, veel haar en een verveelde blik trappen de jongens af met sloppy garagerock. Waar veel van deze bands onbeschaamd tappen uit het vaatje van de punk, zijn de invloeden bij Creepy Karpis een stuk interessanter.

Zanger Marnix Visscher bijvoorbeeld lijkt zijn uithaaltjes en de in reverb gedrenkte zang bij Hank Williams te hebben afgekeken. Daarmee doet de set bij vlagen denken aan de hectische psychobilly van The Cramps, maar dan met melodieuze baslijntjes en sprankelende surfgitaar. Het gaat er in ieder geval goed in bij de zaal, die trouwens al snel is volgestroomd. Helaas komt het einde voor het publiek te snel. “We moeten nog ergens anders spelen.” Dat is het grote nadeel van al die sonics.

The Tightropes

De slonzige t-shirts van Creepy Karpis maken plaats voor het gestreken overhemd en colbertje van Marco Boers, frontman van The Tightropes. Muzikaal gezien gebeurt hetzelfde: van charmant rammelende garagerock gaan we naar strakke, gelikte gitaarfunk. Dat dit trio het meest is getipt door de andere Grunnsonic-acts, is vanaf de soundcheck al goed te begrijpen. Weinig bands spelen zo virtuoos en klinken zo vol. In de gitaarpartijen hoor je duidelijk de invloed van Stevie Ray Vaughan en Jimi Hendrix terug. Twee gitaarlegendes die niet tevreden waren over hun eigen zang, toevallig ook het zwakke element binnen The Tightropes. Het zijn dan ook de muzikale stukken waar de band op z’n best is, met als hoogtepunt het dreigende instrumentale midden van de set.

...And The Gods Made Coffee

Als de kleding inderdaad een voorbode is van de muziek, is het maar de vraag wat we bij de laatste band kunnen verwachten. De bandleden van …And The Gods Made Coffee dragen sportbroekjes en kniekousen, de zanger een t-shirt met “Fuck All Governments” en een afbeelding van David Cameron. Wie hoopte op politiek engagement komt echter bedrogen uit. We krijgen een schreeuwende frontman die agressief de zaal instaart en de microfoon tot bloedens toe tegen z’n voorhoofd slaat. Dat werk.

Tussen de zompige, monotone nummers door bedankt de zanger met een timide stemmetje netjes voor het applaus, waarna hij weer het publiek induikt. Die benadering werkt blijkbaar aanstekelijk, want de moshpit verdwijnt niet tot de laatste overstuurse herrie is verdwenen.

Dat de energie nergens opraakt heeft …And The Gods Made Coffee niet alleen aan cafeïne te danken, getuige het lompe My Nose Bleeds (Before It Kicks In). Was De Walrus donderdag even een bar Tennessee, eindigde deze wispelturige vrijdagavond in de goot.