Nog voor de start van Eurosonic Noorderslag was er wat commotie rondom het evenement van Subbacultcha. De reden? De organisatie had twee Amerikaanse acts geboekt. Een keuze die bij het officiële (strikt Europees georiënteerde) festival niet goed viel. Na overleg besloot Subbacultcha de acts, Jimmy Whispers en Dilly Dally, niet naar Groningen te halen en de gaten in de programmering te vullen met het IJslandse Pink Street Boys, Princess Century uit Brussel en Amsterdamse folk-’n-rollers Bird on the Wire.
Subbacultcha richt zich op alternatieve en onafhankelijke muziek, wat een muzikaal sterk uiteenlopend en aantrekkelijk programma oplevert. Opvallend is dat het publiek nergens écht enthousiast van lijkt te worden. Er hangt een sfeer van ‘zien-en-gezien-worden’ in de lucht, en dat gevoel raak je gedurende de middag maar moeilijk kwijt. Dit zorgt ervoor dat het geheel wat geforceerd aandoet voor een middag die toch gericht zou moeten zijn op het gretig luisteren naar leuke, opkomende bands.
Verdeeld over twee podia spelen er daarvan acht vandaag en dat houdt de vaart er lekker in. Aan Bounty Island om de dag te openen met zijn dromerige pop. Een prima start, aangezien velen zich na een zware vrijdagnacht nog wat moed in moeten drinken met de gratis biertjes. De tot nu toe relatief rustige muziek wordt rond half drie stevig doorbroken door Pink Street Boys, die met zijn lompe garagerock iedereen goed wakkerschudt.