Stukafest Groningen viert lustrum met wisselend succes

Studentenkamers weer decor voor opkomende artiesten

Tekst: Abel de Kam Foto's: Donald van Tol ,

"I’m going to be right in your ear, probably way too loud", waarschuwt Max Meser de jongen naast hem. Het is goed vol en Meser zit praktisch tussen zijn publiek in. De jongen haalt zijn schouders op. Dat is nou net de charme van Stukafest - een artiest bijna bij je op schoot. In vijftien studentenkamers is er vanavond een uitgebreid programma.

Het principe van Stukafest is simpel: zet een band, artiest of schrijver in een studentenkamer tussen de bierkratten en gejatte verkeersborden, in plaats van op een podium. Een kleinschalig, intiem optreden volgt dan al snel.  De avond is verdeeld in drie rondes, waarbij er steeds een half uur gespeeld wordt. Gevestigde namen heeft Stukafest weinig, het zijn vooral nieuwe, veelbelovende acts die hun kunsten vertonen.

Bij binnenkomst is het nog rustig in de kamer aan het Schuitendiep waar Dramali toch echt over vier minuten zou moeten beginnen met spelen. Er wordt nog haastig gesoundcheckt, maar de charismatische frontman van de band is nergens te bekennen. Nadat het eerste kwartier officiële speeltijd in stilte is verstreken, zetten de bassist, de drummer en de toetsenist maar een pauzemuziekje in. Twintig minuten te laat komt zanger Dra binnen. Haastig wordt er uitgepakt, maar ja, een Ngoni (soort Afrikaanse harp) heeft nogal wat snaren en die moeten ook nog gestemd worden. Maar als er dan eindelijk afgetikt wordt is het wel gelijk feest in de kamer. Bij iedereen verschijnt een grote glimlach op het gezicht, en met het tweede nummer krijgen de Afrikaanse ritmes van de band de aanwezigen zelfs aan het dansen. Het feest is alleen van korte duur, want na die twee nummers is de tijd op en moet men naar de volgende kamer.

Door dus naar de Pelsterstraat, waar Okke Punt speelt. Met een deelname aan De Beste Singer-Songwriter van Nederland en een reclamehitje voor Nederlands bekendste soepproducent op zak heeft Punt behoorlijk veel airplay gehad, dus publiek is er wel. Punt is precies dat waar je aan denkt bij de term ‘singer-songwriter’, en helaas ontstijgt hij die middenmoot nergens tijdens zijn set. Zijn spel en zang zijn wat ongecontroleerd en ondanks dat hij leuke verhaaltjes bij zijn nummers vertelt, doet het geheel toch wat gemaakt aan. Sympathieke gast, maar niet boeiend genoeg om solo een set van dertig minuten te vullen.

Het vergt vervolgens wat zoekwerk om bij het optreden van Max Meser te komen, maar het is de moeite waard. De Spaans-Nederlandse zanger speelt in de Wolkenfabriek op het voormalig Suikerunie-terrein. In een kamer op de bovenste verdieping brandt een houtkachel, het publiek hangt op banken lekker tegen elkaar aan en er hangen overal planten. Meser, geheel in het zwart, lijkt iedereen wel bij hem thuis uitgenodigd te hebben. Zittend op een trappetje geeft hij solo een voorproefje van zijn nog te verschijnen debuutplaat. Zijn op de sixties geïnspireerde rock-’n-roll doet het ook zonder band goed en Meser is een overtuigende artiest die zelfs met minimale praatjes een intieme sfeer weet te creëren. De toevoeging van een kazoo en mondharmonica zorgt voor een fijne afwisseling en het publiek kan de voeten soms maar moeilijk stil houden.

Het leuke van Stukafest, naast de kans eens in een onbekend huis rond te kijken, is dat je met je neus bovenop de artiest zit. Na een optreden knoop je makkelijk nog even een praatje aan met een muzikant die volgend jaar misschien wel op Lowlands speelt. De ongedwongen sfeer van een studentenkamer stript een optreden van alle poespas. Zonder podiumlampen en grote versterkers, maar gewoon met een biertje op de bank.