#BF050 Santa Fé, Vikings in Tibet en North to the Night houden het droog

Middagprogramma Local Heroes Stage biedt een veelzijdigheid aan lokale toppers

Tekst: Yorick Altena en Sannette de Groes Foto's: Jan Lenting, Jan Westerhof en Danny van der Veen ,

Een enorme onweersbui gooit na de optredens van Joëlle Smidt, Edo de Vlieger en Eva Waterbolk roet in het eten en zorgt ervoor dat de set van FENN helaas afgelast wordt. Gelukkig waait de bui snel over en is het droog wanneer het middagprogramma hervat wordt. Santa Fé is de eerste act na de storm, gevolgd door POPgroningen Talent Award-winnaars Vikings in Tibet en North to the Night.

Santa Fé

Het is een bekend gezegde: na regen komt zonneschijn. In dit geval komt die zonneschijn in de vorm van Santa Fé. Op het moment dat de zeskoppige band het podium betreedt staat er slechts een handjevol doorweekte muziekliefhebbers te wachten op het optreden. “Ik ga niet teveel praten, want we hebben weinig tijd”, spreekt zanger Ben Wennekers. Terecht, want de toeschouwers snakken ernaar te worden geëntertaind na de hoosbui die ze om de oren hebben gehad.

Dat Santa Fé inmiddels redelijk bekend is in het lokale muziekcircuit wordt duidelijk zodra Children wordt ingezet. Hier en daar wordt er voorzichtig bewogen, mensen beginnen zachtjes mee te zingen en de sfeer komt er in. Het slechte weer lijkt geen invloed te hebben op de leden van de band, ze spelen strak en vooral ook met plezier. Dit heeft zijn positieve weerslag op de langzaam maar zeker groeiende groep toeschouwers. Gedurende het optreden komen er verschillende nieuwe nummers voorbij van de onlangs uitgekomen EP Maneki Neko, die live ook zonder enig probleem overeind blijven. Helaas mag de pret niet heel lang duren, want na een krap halfuurtje moet de formatie het podium verlaten. Gelukkig was het optreden het trotseren van het drassige veld meer dan waard.

Vikings in Tibet

De kersverse winnaar van de POPgroningen Talent Award maakt na Santa Fé zijn opwachting. Inmiddels komt de zon er goed door en lijken de doorweekte bezoekers iets op te drogen. Een modderboel is het wel, maar dat hoort tenslotte bij een festival. Vikings in Tibet begint met een toepasselijk lied dat gaat over de geur van natgeregend gras, alsof ze er over nagedacht hebben. Deze jongens staan erg enthousiast op het podium en allen hebben ze een grote glimlach op het gezicht. Wanneer ze de nieuwe single White Room willen gaan spelen gaat er iets niet helemaal goed met het geluid van de drums. Zanger Jeppe Gooskens wil de bezoekers niet laten wachten en besluit het nummer Walking Dream in te zetten. De dromerige muziek van de heren past prima bij de setting vandaag: in de buitenlucht, de wind waait en het zonnetje schijnt. De nummers zijn dynamisch en hebben een mooie opbouw.

Tijdens het nummer Kites In The Sky wordt de percussie verzorgd door alle bandleden, die in de handen klappen, een hoog Mumford and Sons-gehalte. Dan kan eindelijk White Room beginnen. Vergeleken met de plaat komt het nummer live toch iets beter uit de verf - het is allemaal wat harder en ook de mooie tweede stemmen komen goed tot hun recht. Zoals elk Vikings in Tibet-nummer eindigt ook dit nummer lekker bombastisch. De band krijgt van het publiek een groot applaus.

North to the Night

De wind blijft behoorlijk doorwaaien en het publiek zet zich schrap voor de Groningse act North to the Night. Het is dan ook een interessant schouwspel: er staan en zitten heel wat mensen op het podium. Vooral lapsteelgitarist John Hekert zit er warmpjes bij, ontspannen onderuitgezakt op een stoel midden op het podium. De muziek is lekker hard en in plaats van zang zijn er geluidsfragmenten te horen. Deze fragmenten lijken op anti-overheid-berichten uit Amerika, hetgeen weer prima binnen het genre punk valt. De band bestaat uit vijf mannen, maar voor vandaag hebben ze ook een violiste meegenomen. Door al het gitaargeweld valt haar viool soms wel wat in het niet, maar daar waar het instrument wel hoorbaar is maakt het bepaalde nummers echt af.

De nummers zijn stuk voor stuk langgerekt, vol dimensie en eindigen groots. De toeschouwers lijken geïntrigeerd. Wanneer er spottend wordt gevraagd of het publiek even mee kan zingen (dames hoog, heren laag: “AAAH”) is er niet zo veel respons. Deze muzikanten zien er uit als een bijeengeraapt zootje, maar zo klinken ze zeker niet. Het feit dat er geen zang is geen gemis, er gebeurt muzikaal gezien genoeg. North to the Night weet het publiek niet naar voren te trekken, er blijft een afstand, maar de toeschouwers zijn wel zeer enthousiast wanneer de laatste tonen klinken.