VERA/LIVE presenteert eerste split-single

traumahelikopter: “Wie het eerst met zijn navel het plafond raakt, krijgt een biertje”

Tekst: Lilian Zielstra Foto's: Jan Westerhof ,

Het publiek wordt verzocht om vanavond op tijd te komen. traumahelikopter speelt namelijk, de Kelderbar is klein en voor het eerst in de geschiedenis brengt Vera een single uit. De verwachting is dat het een drukke avond wordt, en die verwachting klopt. 3voor12 groningen vindt een plekje in de drukte en ziet traumahelikopter het publiek opzwepen.

De presentatie van de single vindt plaats in de Grote Zaal en is prettig chaotisch. Er wordt verteld over de totstandkoming en over de bands op de single (together PANGEA en traumahelikopter). Peter van der Heide, presentator van de avond, vertelt dat de singles verkrijgbaar zijn in zwart en blauw vinyl, en ook dat we een tweede single kunnen verwachten(!). De leden van traumahelikopter krijgen het eerste exemplaar uitgereikt. Eén van de bandleden roept iets onverstaanbaars in de microfoon en daarna dromt iedereen naar de Kelderbar, want daar gaat het gebeuren.

De kelder is daardoor al vol voordat de band er is. Dan stappen de bandleden het podium op; het is niet echt een podium, de band staat midden in het publiek. Ze hebben een hautaine houding, ze grappen wat met mensen die vooraan staan en stemmen snel. Dan begroet zanger Mark Lada iedereen en begint de band te spelen. Het eerste nummer is Down In The City en het tempo zit er meteen in. Drummer Roel van Merlot gaat zoals gewoonlijk niet eens zitten. Hij speelt precies, opzwepend en zit de beide gitaristen op de hielen. Ze hebben het zweet al snel op hun voorhoofd staan.

Bij het tweede nummer ontstaat er een pit. “Wie het eerst met zijn navel het plafond raakt, krijgt een biertje!” schreeuwt Lada in de microfoon. Het duurt dus niet lang voordat ook de eerste crowdsurfers zich laten zien, ze schuren met hun buik langs het plafond van de lage Kelderbar en verdienen daarmee een biertje. Het publiek dat niet in de pit is terechtgekomen, staat verwoed op de maat mee te knikken, biertje in de hand en grijns op het gezicht.

De muziek is simpel maar effectief. De band speelt zowel eigen nummers als covers. Een van de nummers is een cover van The Jesus And Mary Chain, die ook op de single staat. Lada’s zang is moeilijk verstaanbaar, maar dat is niet het punt. Het gaat om wat er gebeurt tussen de band en het publiek, hoe iedereen opgezweept raakt door de muziek. Iemand die vooraan staat krijgt de gitaar van Mark Lada om zijn nek gehangen, terwijl de gitarist zelf in de pit verdwijnt. De jongen met de gitaar kijkt goedkeurend toe. Iets later keert Lada uit de pit terug, ziet iemand uit het publiek met een bloedlip en geeft hem een aai over zijn bol. De microfoon valt op de grond, Daan van Dalen gaat erbij liggen om erin te kunnen zingen.

Het is die energie, die opwinding, die onstuimigheid, die het zo spannend maakt. Het publiek vertrekt uitgelaten naar de Grote Zaal, waar de dj’s al op hen wachten. Het is een mooi begin van de avond.