De Sleaze Express dendert station Vera binnen

Eerst vanuit de tenen, dan met een lach en uiteindelijk licht in het hoofd

Tekst: Ernst Jeuring Foto's: Jan Westerhof ,

Over volle treinen klaagt niemand vanavond. De Sleaze Express dendert door Nederland en stopte op Station Vera. Aan boord drie bands van het meest elementaire soort dat Nederland rijk is. Green Hornet, The Deaf en zZz zijn de machinisten van de avond. ’t Is vol, ’t is druk. En iedereen staat eerste klas.

Green Hornet

Green Hornet stapt als eerste aan boord en doet dat in stijl. Howl van hun nieuwe plaat Never Enough is een puike opener. Het orgel zit er meteen bovenop met een even eenvoudig als overstuurd intro. Zo, de toon is gezet. Met weinig middelen blijft deze band een avontuurlijk trio. Compacte asfaltblues wordt afgewisseld met weidse B-filmmuziek, die vervolgens plaatsmaakt voor soulstampers. Met broeierige oerrock-‘n-roll als gemeenschappelijke deler. Zanger Olaf Veenstra klinkt helder en onverwoestbaar, als Feargal Sharkey in z’n Undertones-dagen. De band speelt vanuit de tenen, het is urgent: hier en nu, anders is het te laat. Het bier dat door de kelen gaat spuit twee keer zo hard de speakers uit. Hier wordt een wil opgelegd. En wie niet horen wil, die moet maar voelen. Met het afsluitende I’ll Testify rondt Green Hornet het eigen optreden krachtig af en heeft de band de weg geplaveid voor de rest. De werkdag is vergeten, het is een heerlijke avond.

The Deaf

Na een korte stop neemt The Deaf het over en ook de Haagse band geeft ‘m van jetje. Energiek, aanstekelijk en één en al overtuiging. Met een scherpe sixties-beat serveert het geoliede kwartet nummers met een kop en een kont. Spike van Zoest is duidelijk de gangmaker. Hij richt zich nadrukkelijk tot de zaal, wil respons. Zoiets wordt in Groningen niet altijd gepruimd, maar Van Zoest straalt zo'n brutale onschuld en pretentieloosheid uit dat het allemaal wordt gepikt. Dus klappen we mee en zingen we ‘oh-oh’ en ‘ah-ah’. En als Janneke Nijhuijs meezingt, vallen we allemaal even om. Ze valt niet alleen op door soepel basspel. Haar zang is hees, zuiver en sensueel. Wát een heerlijke lading krijgen de nummers. 1973, Sin City, I’m Alive: The Deaf toont lef, is toegankelijk en aanstekelijk. Zodanig, dat zelfs het verlegen muurbloempje en de bleue jongen achterin de klas hun schroom overwinnen. De avond wordt steeds mooier.

zZz

Bij de laatste halte stapt zZz in. Dit jaar nog brachten de Amsterdammers hun derde plaat Juggernaut uit. Het album laat een ander, meer elektronisch geluid horen dan voorlopers The Sound Of zZz en Running With The Beast. Vanavond put zZz uit alle albums. Het beste van twee werelden. De band bouwt een universum van repeterende basale drumritmes, waarin de galmende stem van de drummende reus Björn Ottenheim onheilspellend rond gaat (“When I come home, you watch your back, girl”). De toetsen zijn het ene moment hypnotiserend, zoals op de eerste twee platen. Het andere moment zijn ze dragend en kosmisch, zZz-nieuwe stijl. Zo word je soepel in de heupen bij Lover, raak je in vervoering tijdens Ecstacy en stap je in de galactische trip van Juggernaut. De lichtshow nodigt uit om je blik op het podium te houden. Maar met de ogen dicht is het intenser. Zwevend, met een tinteling in je hoofd. En na afloop open je de ogen. De avond is geslaagd.