Maison du Malheur laat Vera dansen

Soepel in de heupen tijdens een geschiedenisles

Tekst: Ernst Jeuring Foto's: Harold Zijp ,

Afgelopen woensdag zet festivalfavoriet Maison du Malheur binnen een mum van tijd een vol Vera naar de hand. Acht tiptop muzikanten geven elkaar met zichtbaar plezier de ruimte. De band weet niet van ophouden. "Als jullie blijven, doen wij dat ook!"

Gents geheim

Een Gents geheim opent het bal. Tiny Legs Tim, schuilnaam van Tim De Graeve, stapt met stokoude gitaar het podium op. In eigen land heeft hij al een respectabele staat van dienst. In Nederland is hij vooralsnog een onbekende. Een aangenaam verschijnsel, deze one man bluesband. Als verdraaid behendige gitarist, die zichzelf fingerpickend en met slide begeleidt, is hij bovendien gezegend met een prettige zangstem. Fijne keuze dus, vooral omdat iedereen al weet wat de hoofddis brengt.

De bescheiden piste van Tiny Legs Tim staat in schril contrast met de uitbundigheid van Maison du Malheur. Maar krachtig is het zeker: met minimale middelen houdt hij de aandacht vast van het publiek, dat dan al tegen de rand van het podium aan schuurt. Gemist? Geen nood, op 15 januari speelt hij op Eurosonic.

Plaat in het kwadraat

Hoofdmoot van de avond is voor rekening van Maison du Malheur, de band onder aanvoering van Jeroen Mesker. Onlangs bracht het achttal de derde plaat Stomping Ground uit. Ze borduurt voort op wat de vorige twee langspelers brachten: een bonte verzameling honky-tonk, rhythm and blues, soul, jazz en jive. O ja, en nog veel meer. Een wijd palet van muzikale interesse, teruggrijpend op vooroorlogse Amerikaanse muziek. Onbekommerd, hoopvol en met lichte zwartgalligheid.

Maison du Malheur levert de kwaliteit van de plaat op het podium – en dan in het kwadraat. Al bij het eerste nummer, het stotende Join The Weeds, is de sfeer gezet. Het nummer is niet het meest swingende uit de lijst, maar overtuigt absoluut. ’t Is een oproep om het avontuur te zoeken, en daarmee is de toon gezet. De avond is een kronkelige geschiedenisles in authentieke muziekstromen. Sommige daarvan lijken op het eerste gehoor uitgestorven, maar de veelkoppige band brengt ze hoogstpersoonlijk weer tot leven. Reanimatie, renaissance – iets met re.

Nergens valt de band uit de toon. Acht muzikanten, acht ego’s zo je wilt, maar het is eensgezind. Bij Maison du Malheur krijgt iedereen de kans zich te onderscheiden. Van strijd is geen sprake, van een Battle of the Saxes evenmin. En maken de blazers pas op de plaats, dan wordt de leemte gevuld met vingervlug gitaar- of pianospel. De nuances die op de platen zo goed hoorbaar zijn, komen live volledig uit de verf. De muzikanten lijken gepokt en gemazeld, gebutst en gebeukt. Liefde voor het instrument is duidelijk, liefde voor de muziek nog meer. Vaklui.

Pieken

Het achttal leidt het publiek met zichtbaar plezier door een aangenaam afwisselende set. Van meet af aan wordt het plezier op het podium beantwoord door de zaal. Het publiek is uitgelaten. Van achter naar voor en van rechts naar links wordt gedanst op nummers als Too Fast, Too Slow, Wolf en Jailbird.

Hoewel Maison du Malheur het hele optreden piekt, zijn de werkelijke uitschieters juist minder swingend: Your Number Is Up kondigt met donker gebeuk onheil aan. Het fantastische mariachi trompet-intro doet je voeten schroeien in de westernhitte. Een lange uitvoering van Blue overdondert. Net als het publiek lust Maison du Malheur er ook wel pap van. "Als jullie blijven, doen wij dat ook!" roept Mesker. Zonder morren volgen twee ruime toegiften -applaus, gejuich en gedans werken verslavend. Het slotakkoord tijdens de tweede toegift mondt uit in een heerlijke muzikale apenkooi voor gevorderden. Magnifique.