De lichten gaan uit, het publiek dromt samen en op het podium doemen de silhouetten van de heren en dame van Model Depose op. Voor de onvoorbereide bezoeker lijkt het alsof hij een tijdmachine binnen is gewandeld, want de kapsels en uitstraling van de silhouetten doen sterk vermoeden dat het hier om een band uit de jaren tachtig gaat. Als de band eenmaal begint met spelen, wordt deze illusie verder doorgetrokken. De muziek doet qua sound sterk denken aan typische eigthies-groepen als Joy Division en The Cure. De drumpartijen bombastisch, de gitaren schel en snijdend en de zang met lange uithalen: het is duidelijk aan welke stromingen de band een voorbeeld heeft genomen.
Model Depose groeit in zijn rol
Plaatpresentatie begint flauwtjes maar wordt gaandeweg steeds boeiender
Het Groningse Model Depose heeft voor de financiering van het vrijdag verschenen album Splitting Light een bijzondere weg gekozen. De band heeft het geld voor de opnames via een crowdfunding-site bij elkaar gekregen. Sterker nog, de benodigde drieduizend euro was na minder dan een maand al binnen. Een band waarvan dus veel mensen meer willen horen, dat belooft wat. Vrijdag was de plaatpresentatie in Vera.
Om deze ambitie beter uit de verf te laten komen, moet het geluid alleen wel beter. De ritmesectie doet zijn werk goed, maar dendert qua volume volledig over de gitaar heen. Hierdoor blijven de zweverige en snijdende gitaarpartijen, die deze muziek zo karakteriseren, te veel op de achtergrond. Jammer, want in sommige intermezzo’s is te horen dat gitaritst Jobbe Holtes en toetseniste Mariët Gast deze partijen zeker aan kunnen. De zang is wel goed hoorbaar, en het moet gezegd worden: frontman Roeland van der Velde is uitstekend bij stem. Helder en zuiver weet hij met zijn stemgeluid over de nummers heen te zweven. Een knap staaltje wat hij hier vanavond laat horen.
De muziek zelf groeit naarmate het optreden vordert. Aanvankelijk mist het net even dat randje, het onverwachte element dat de muziek echt naar grotere hoogten kan tillen. De eerste paar nummers lijken vanavond, misschien mede door het ontbreken van een duidelijk hoorbare gitaarpartij, nogal op elkaar. Het optreden loopt daardoor het risico wat voort te gaan slepen. Na een paar nummers herpakt de band zich echter. Er wordt een cover van Sour Times van de legendarische triphop-act Portishead ingezet, en deze wordt met verve gebracht. De van weltschmerz doordrenkte refreintekst "Nobody loves me" wordt zo melancholisch, bijna huilend gezongen dat de bezoekers zich weer bij een Depeche Mode-concert wanen.
Hierna volgt Second Crush, een nummer waar de band, naar zeggen van Van der Velde, al heel lang mee bezig is. Een sterk nummer waarmee een stijgende lijn wordt ingezet, die er zelfs toe leidt dat enkele vrouwelijke bezoekers tijdens de toegift aan het dansen slaan. Van der Velde maakt al zingend een rondje door het publiek, waar de fans met hun telefoons een plaatje van dichtbij van hem proberen te schieten. Wie weet voelt hij zich vanavond ook een echte Robert Smith, die midden in de eighties de zaal plat speelt. Het zou hem gegund zijn.