De grootste verrassing van de avond is Sprokkelhout. Niet alleen omdat de band oorspronkelijk helemaal niet in de planning stond, maar vooral vanwege de goed in elkaar gezette nummers. ‘s Middags hadden de vijf jongens van Sprokkelhout een telefoontje gekregen of ze diezelfde avond nog in de Walrus wilden invallen voor The Sign of Leo. Een aantal uren later staan ze op het podium. Met stevig feedback-lawaai trekt de band gelijk de aandacht van het publiek. Wat volgt zijn onheilspellende bas- en gitaarlijnen die langzaamaan worden uitgebouwd tot stevige rockpartijen. Het toont de veelzijdigheid van de band. De overgang tussen rustige en ruigere stukken zorgt voor een bepaalde dynamiek die het optreden interessant houdt om naar te luisteren.
De enthousiaste zanger/bassist Tjesse Riemersma bezoekt alle hoeken van het podium. Laat je niet misleiden door zijn knuffelbare uiterlijk, want hij is alles behalve een stereotype laid-back bassist. Zijn schreeuwerige, agressieve zang sluit goed aan bij de sfeer van de muziek en voelt vertrouwd aan in het post-rock genre. Ook gitarist Kalle Wolters verdient de aandacht. Hij speelt zijn gitaarpartijen met een gescheurde pees in zijn hand. Wanneer de gitaarkabel uit zijn gitaar schiet en Kalle onhoorbaar is, wordt het hem daarom vergeven dat het een half nummer duurt voor hij dit door heeft. De band doet er niet moeilijk over, het hoort erbij.
Helemaal Lokaal: Another Rock 'n Roll Nite in De Walrus
Met Sprokkelhout, Solitary ZEBRA en The Anti-D's
De maandelijkse rock-’n-roll-avond in café De Walrus wordt dit keer door indierockbands gedomineerd. Sprokkelhout, Solitary ZEBRA en The Anti-D’s bieden het publiek in een tropisch warme Walrus een blik in het veelzijdige genre van de indierock.
Sprokkelhout
Solitary ZEBRA
Nadat het publiek is bijgekomen van Sprokkelhout bestijgt Solitary ZEBRA het podium, de meest ervaren band van de avond. Na in 2013 een debuut-EP te hebben uitgebracht, is de band bezig zijn geluid aan de man te brengen. In januari stond de indierock-formatie op Eurosonic Noorderslag, een optreden dat goed ontvangen werd. In de Walrus laat Solitary ZEBRA zien ook in een minder drukke setting een strakke show neer te kunnen zetten.
Door het energieke samenspel en de samenzang klinkt het geheel heel solide. Vooral wanneer het nummer Somewhat Divine wordt gespeeld, blijkt waar de kracht van de band ligt. De combinatie van poppy melodieën en scheurende overdrive-gitaren staat als een huis. Alles klinkt erg gelikt, maar dat is tegelijkertijd ook de valkuil voor de band. Het gevaar is dat het al gauw te statisch gaat klinken.
Wanneer de aandacht van het publiek iets lijkt te verslappen, wordt het nummer Sensual aangekondigd. "We gaan wat herrie maken", laat frontman Felix van Ginkel weten. Precies op het juiste moment. Het publiek wordt vervolgens beloond met Forward, de nieuwste single van de band. Een erg sterk nummer waarin alles wat Solitary ZEBRA is samenkomt: een dromerige gevoel gecreëerd door de toetsen en bas dat wordt doorboord door een alsmaar terugkerende en voortstuwende "forward".
The Anti-D's
De avond wordt afgesloten door The Anti-D’s. Een jonge indierock-/garageband die barst van de energie. Het duurt niet lang voordat de vier jongens springend op het podium staan. Het eerste wat opvalt is dat de sound erg doet denken aan de Arctic Monkeys in hun beginperiode. Dit komt vooral door de plotselinge stops in de nummers en de snelle slaggitaarritmes met schelle leadgitaar erover. Een stijl die kenmerkend is voor het indierockgenre. Ook de manier waarop zanger/gitarist Martin van Loon zich als frontman opstelt heeft iets weg van Alex Turner: de ogen dichtgeknepen en de armen nonchalant in de lucht draaiend.
De band gaat volledig los en het publiek vindt het helemaal mooi. De Walrus is inmiddels aardig gevuld en er ontstaat zelfs een heuse moshpit van vier personen. Dat de band beschikt over een gezonde mate van zelfspot blijkt wanneer er na aandringen van de mensen in de zaal besloten wordt een toegift te spelen. "Tijdens het Rooie Oortjes Festival hebben we verloren omdat we te veel op een band leken", laat Martin weten. Vervolgens klinkt er een luide "Laadiiies!" uit zijn stembanden en wordt I Bet You Look Good On The Dancefloor van de Arctic Monkeys ingezet. Het siert de band zichzelf met een korreltje zout te nemen, maar het legt tegelijkertijd een kwaliteitsverschil bloot. De toegift wordt met meer verve gespeeld en ontvangen dan het originele werk van The Anti-D’s.