Hanggai: Aziatische folkrock in klederdracht

Westers klinkende Drinking Song hoogtepunt van de avond

Tekst: Saskia Evers Foto's: Bob de Vries ,

Voormalig punkzanger Ilchie maakte op het conservatorium van Ulaanbaatar kennis met keelzang en Mongoolse instrumenten als de morin khuur (een tweesnarige viool) en de tobshuur (een Mongoolse luit). Ook ontmoette hij muzikanten Hugejiltu en Bagen en richtte samen met hen Hanggai op. Recent kwam Baifang, het derde album van het inmiddels zevenkoppige gezelschap uit. Zondag 16 februari staat de band voor de tweede keer in Vera.

Op de drummer na zijn vrijwel alle muzikanten gehuld in de traditionele klederdracht van Mongolië. De meeste bandleden dragen lange kleurrijke gewaden, maar frontman Hurcha heeft een bijzonder leren giletje aan waardoor hij met een ontblote borstkas op het podium staat. Tegelijkertijd zorgen de metalen punten voor een Aziatisch hardrock-uiterlijk. Dat de wortels van Hanggai in Mongolië liggen wordt niet alleen duidelijk door de kledij, maar ook door het gebruik van de morin khuur en tobushuur, respectievelijk een tweesnarige viool en luit uit de regio. Dit wordt onder andere aangevuld met banjo, gitaren, bas en drums.

Hoewel de bijzondere kledij en traditionele instrumenten natuurlijk al voor een Aziatische sfeer zorgen, is vooral de zang intrigerend. Niet alleen nemen de typische zanglijn en de harmonieuze meerstemmige samenzang de toeschouwer mee naar het landschap en de bergen van Mongolië, uit dat land stamt ook de keelzang, een bijzonder ingewikkelde zangtechniek die Bagen tijdens het optreden ten gehore brengt. Ondanks dat Hulcha het frontmanschap op zich neemt, is er geen sprake van een duidelijke leadzanger. Deze rol wordt door de diverse bandleden afgewisseld. Door zijn soms ietwat theatrale gebaren en de opmerkelijke outfit blijft Hulcha echter wel de voornamelijke blikvanger van het gezelschap.

Door de combinatie van de zang, morin khuur en tobushuur wordt een Mongoolse sfeer gecreëerd. Althans tot het omgedoopte Drinking Song voorbij komt, dat het bijzonder goed zou doen in een Ierse pub. Dat het publiek dit nummer hoog in het vaandel heeft staan, is ook onmiddellijk merkbaar wanneer vanuit het niets de kreet 'hey!' enthousiast door de hele zaal meegeroepen wordt. Opmerkelijk, aangezien de rest van de tekst voor de gemiddelde Nederlander onverstaanbaar is. Vervolgens begint Vera ook enthousiast mee te klappen. De band verhoogt in etappes het tempo, waardoor de zaal ook steeds meer in beweging komt. Toeschouwers beginnen spontaan te grijnzen. Ook de verder nogal serieus kijkende bandleden kunnen bij het zien van het enthousiasme in de zaal een lach niet onderdrukken.

Opvallend is dat Hurcha tussen de nummers door stug in zijn moedertaal blijft praten. Hoewel hij ongetwijfeld interessante wetenswaardigheden verkondigt, kan het aanwezige publiek er geen touw aan vastknopen. Toch brengt Hurcha het op een dusdanige spannende en gepassioneerde toon, dat zijn woorden vol enthousiasme en soms gniffelend worden ontvangen. Enkele andere bandleden die het Engels enigszins machtig zijn, proberen iets betere communicatie met het publiek te bewerkstelligen door nummers aan te kondigen. Hoe dan ook: het blijft een bijzonder feest.