Lucky Fonz III steelt harten in Theater Vera

Amsterdamse singer-songwriter betovert met mooie verhalen

Tekst: Petra Huijgen Foto's: Sjoerd Huismans ,

Sinds zijn debuutalbum Lucky Fonz III (2005) uitkwam, zijn critici die zich verwonderen over zijn succes nooit ver weg geweest: niet iedereen is gecharmeerd van zijn niet altijd zuivere zangstem. In Vera bewijst Lucky Fonz dat muziek maken meer is dan zuiver zingen. Hij wuift de kritiek lachend weg wanneer ook iemand in de zaal hem hierop wijst: “Riep er iemand zangles? Leuk, dat je van een fan te horen krijgt dat je zangles moet nemen.”

Zelfs de vaste bezoekers van Vera kijken verbaasd wanneer ze de zaal binnenkomen. Rijen met stoelen zijn opgesteld vanaf het podium tot aan de bar; de paar gelukkigen die vroeg kwamen zijn beloond met een plekje op een bank.  Vanavond is Vera een theater, waar Lucky Fonz III zijn verhalen komt vertellen.  Voor het zover is, opent de Groningse band My Friend Television de avond. Normaal gesproken een folk/country-duo gevormd rond de striptekenaar Ricky van Duren en Merijn Jansen, maar vanavond spelen ook afwisselend gitarist Frank Hiep, Spilt Milk-zangeres Brenda Bosma en striptekenares/drumster Barbara Stok mee. 
 
Ook Lucky Fonz III verwondert zich over de inrichting van de Popzaal. “Ik heb Vera nog nooit zo gezien, maar het ziet er wel leuk uit”, lacht hij. Waar het ‘semi-seated’ concert in het begin een beetje onnatuurlijk voelt, komt het de intieme sfeer in dit geval ten goede. Het geeft Lucky Fonz de ruimte om ook de mensen achterin bij zijn show te betrekken, wat hij als geen ander kan. Als je een vraag hebt, hoef je alleen je vinger op te steken, vertelt hij. Want in Groningen willen mensen vaak praktisch advies. In plaats van advies, vraagt iemand welk dier hij zou willen zijn. Een walvis, vertelt Lucky Fonz. En over de walvis belooft hij straks een lied te gaan zingen. Ook vertelt hij over zijn liedjes: alles waarover hij zingt is waar gebeurd. Niet te verwarren met fictief – soms is het wel verzonnen - maar alles is wel echt gebeurd.  
 
Gedurende de avond is het contrast tussen de twee kanten van Lucky Fonz III duidelijk: de ontspannen, vrolijke kant komt vooral naar voren op gitaar en de geconcentreerde en meer serieuze kant op piano. Waar hij op eerdere albums enkel experimenteerde met toetsen, begeleidt hij zichzelf nu voor het eerst bij meerdere nummers op piano. In deze nummers wordt het duidelijker dan ooit dat Lucky Fonz III niet alleen charmant, ontwapenend en grappig is, maar ook een sterk tekstschrijver en een serieus muzikant. De nummers op piano zijn de serieuzere en verhalende nummers, en vormen een fijne afwisseling met zijn lossere Nederlandstalige nummer zoals Ik Heb Een Meisje en Jongens, waarin hij het publiek aan het zingen krijgt. 
 
Typerend voor Lucky Fonz III is bijvoorbeeld de manier waarop hij het prachtige Song Of A Bird brengt. Hij introduceert het als “een nummer wat gaat over een vogel die niet werd geboren uit een ei, maar ontstond door een botsing van een snavel en een bot in de lucht.” Zijn verhalen worden zonder uitzondering ontvangen met gelach, maar zodra hij plaatsneemt achter de piano, is het tot achterin Vera muisstil. Wanneer de laatste noot van de laatste twee instrumentale minuten van het nummer hebben geklonken, staat hij lachend op om bijna als een stand-upcomedian de liefde voor zijn “op één-na favoriete stad” te verklaren. Waarschijnlijk deed nooit eerder een muzikant in Vera de slagboom van de Peperkoekfabriek na.
 
Het is onmogelijk om niet te vallen voor de charmes van Lucky Fonz III. Zelfs acht jaar na zijn eerste album en vele jaren meer ervaring staat hij met het enthousiasme van een debutant op het podium. Dit enthousiasme werkt aanstekelijk, en wanneer na bijna twee uur de laatste noot gespeeld is, staat iedereen met een grote lach op. Maar wat de naam van de walvis was waarover hij beloofde te zingen? Dat verhaal is hij het publiek nog schuldig.