Waar de Rhythm & Bluesnight de afgelopen jaren meer en meer in de richting van hetrootsfestival Take Root begon te verschuiven was er deze editie een terugkeer naar de blues. Met als grote headliner Jimmie Vaughan en daarnaast veelbelovende namen als Eric Bibb, Eric Sardinas en Charles Bradley draait het programma weer grotendeels rond de Blues geïnspireerde muziek.
Sterke editie Rhythm & Blues Night
Headliner Jimmie Vaughan weet belofte alleen niet waar te maken
Onder de noemer Rhythm & Blues Night haalt de Oosterpoort al jaren de grootste muzikanten
uit het blues genre naar Groningen toe. Verspreid over de gehele avond en vijf podia valt er
de gehele nacht te genieten. Ook dit jaar was het rennen geblazen om alle sterke acts mee te
kunnen pakken.
Gelijk bij binnenkomst wordt de toon gezet met Eric Bibb. De zanger staat eerst solo
op het podium. Zichzelf begeleidend op akoestische gitaar laat hij zijn fantastische stem
door de kleine zaal galmen. Al snel komt er een tweede man op elektrisch gitaar bij. De
toevoeging van de blues solo’s, naast de pure stem van Bibb, werkt fantastisch. Het resulteert in verscheidene kippenvelmomenten. Helaas denkt niet iedereen er zo over en is het geroezemoes op de achtergrond overheersend. Het irriteert ook de zanger en na een dringend verzoek verlaten enkele mensen de zaal. Om de moed erin te houden sluit Bibb af met het toepasselijke Don’t Ever Let Nobody Drag Your Spirit Down.
Inmiddels maakt Charles Bradley de belofte van Screaming Eagle Of Soul meer dan waar. De 64 jarige zanger begint nog maar net met zijn muzikale carrière, maar oogt als een man die alle hoogtepunten al meegemaakt heeft. Gekleed in glitterjasje en te strakke broek voorziet hij zijn vocalen van de meest hilarische dansjes. Het draait natuurlijk om zijn zangkunsten en Bradley bereikt daarmee verschillende gillende hoogtepunten. Ondersteund door een strak spelende band wordt Heart Of Gold bijvoorbeeld omgebouwd tot een wervelend soulnummer. Charles Bradley is duidelijk een showman en geniet met volle teugen. Dat hij na afloop handen schuddend door de zaal gaat om na te genieten van zijn eigen wonder is alleen iets te veel van het goede.
Eric Sardinas gooit vervolgens het gaspedaal volledig los. Met een flink behaarde bassist, jeugdige drummer en cowboyhoed met doodskop op is het duidelijk waar de gitarist voor gekomen is: rock-’n- roll! Steve Vai beschouwde hem al als een van de beste gitaristen van dit moment. Die belofte wordt waar gemaakt. In sneltreinvaart en hyperactief springend slaat de energie gemakkelijk over naar het publiek. Helaas kampt de gitarist met technische problemen aan zijn gitaar.
In de grote zaal is het vervolgens de beurt aan de headliner van vanavond in de vorm van Jimmie Vaughan. De gitarist van The Fabulous Thunderbirds en broer van Stevie Ray Vaughan bracht de afgelopen paar jaar twee fantastische albums uit. Onder de titel Plays Blues, Ballads & Favorites en de opvolger Plays More Blues, Ballads & Favorites brengt de gitarist een ode aan zijn favoriete blues nummers. Live heeft Vaughan blazers en Lou Ann Barton voor vrouwelijke vocalen meegenomen. Helaas ontbreekt het de gitarist en band aan charisma. De aangename nummers worden daardoor niet naar een hoger niveau getild. Net zoals op de cd’s, blijft het optreden beperkt tot gezellige riedeltjes. De in zichzelf gekeerde Vaughan, de eindeloos converserende blazerssectie en de introverte muzikanten weten geen moment de volledige aandacht naar zich toe te trekken.
Inmiddels is in de kleine zaal de reïncarnatie van Janis Joplin opgestaan. Gekleed in een
blouse die op Woodstock niet misstaan zou hebben zingt Dana Fuchs de longen uit haar lijf. Waar het Vaughan ontbrak aan charisma trekt Fuchs alle aandacht wel naar zich toe. Af en toe wordt het krachtige gezang afgewisseld met een sterke solo van de gitarist. Tegen het einde rond de zangeres haar performance ijzersterk af met een cover van de Blues klassieker I’d Rather Go Blind.
Een vreemde eend in de bijt is de Jon Spencer Blues Explosion. Het gezelschap was in de jaren ’90 populair door haar mix van indierock en blues. Het is vanaf de eerste seconde duidelijk dat de heren uit een compleet ander vaatje tappen dan de rest van de programmering. De grote zaal is erg donker en Jon Spencer creëert daar een vuige, rauwe sfeer. In een keiharde muur van geluid rammen de muzikanten er stevig op los. De duistere muziek past niet in de gezellige sfeer die rond de Rhythm & Blues Night hangt. Dat het muzikale geweld vanavond weinig gehoor vindt blijkt als tegen het einde van de set de grote zaal bijna leeggelopen is.
Het bier heeft inmiddels rijkelijk gevloeid in de Oosterpoort. Een perfect moment om de
gezellige hosmuziek van Pokey LaFarge & The South City Three de avond te laten afsluiten.
Op het Take Root festival was het viertal vorig jaar reeds een hoogtepunt en vanavond
herhalen ze het geslaagde kunstje. Begeleid door contrabas, gitaar en afwisselend wasbord met mondharmonica zingt Pokey zijn vrolijke mix van western swing, ragtime, early jazz en americana enthousiast. Een ieder die na een lange avond bandjes kijken nog energie over heeft waagt een laatste, al dan niet beschonken, dansje.