Hiep Hiep Hoera! Vera bestaat 50 jaar als underground poppodium. En dat mag zeker gevierd worden, want de vijftigjarige lijkt in prima vorm te verkeren. Op 14 september wordt het heuglijke feit gevierd met een open dag en een ‘kneiterend’ programma in de avond. Met al die feestelijkheden vonden we het een goed idee om in gesprek te gaan met Peter Dijkstra en Olaf Veenstra, de programmeur en de algemeen directeur van de jubilaris. Waar denken ze met plezier aan terug en wat zien ze als uitdagingen voor de toekomst?

De wereld is zelden hetzelfde. En ook de popindustrie verandert. Vera lijkt echter al vijftig jaar een stabiele factor. De club dendert door en rockt nog als vanouds. Maar ook hier wordt de tand des tijds gevoeld. Het monumentale pand aan de Oosterstraat 44 wordt onder handen genomen op dit moment. De gevel wordt gerenoveerd. De steigers worden voor een deel slim aan het oog onttrokken door een grote, feestelijke banner. Met daarop allerlei Vera-hoogtepunten. Binnen in het pand praten we met Peter Dijkstra en Olaf Veenstra. Het is een eerlijk gesprek, over ontwikkelingen, klappers en leuke momenten. En over wat Vera nog allemaal te wachten staat de komende jaren. 

Olaf Veenstra is in september 2016 in dienst gekomen van Vera en tegelijk ook van Simplon. De twee clubs werken innig samen, met name aan de achterkant. Olaf: “Ik ben verantwoordelijk voor beide clubs, onder andere voor personeel en subsidierelaties met de overheden. Omdat de clubs kleine organisaties zijn, moet je echter ook veel voorkomende dingen doen.” 

Peter Dijkstra werkt nu bijna drie jaar voor Vera: “Het is snel gegaan als ik erover nadenk,” zegt hij: “Als programmeur ben ik verantwoordelijk voor het volledige artistieke programma en de inhoudelijke richting waar de club naar toe gaat. Ik hou me bezig met ontwikkelen van alle nieuwe ideeën en concepten. Tegelijkertijd ga ik naar buiten toe om de club te vertegenwoordigen en sterker te maken. Er zijn regio’s waar ze minder goed of helemaal niet bekend zijn met Vera. Bovendien is er een hele lichting nieuwe artiesten die de geschiedenis van Vera ook niet goed kennen. Maar als ze er eenmaal zijn geweest, dan gaan ze er ook verder over vertellen in de eigen regio of eigen stad. Dat merk je. Je ziet de afgelopen paar jaar bijvoorbeeld dat er veel Australische acts hier hebben gespeeld. Dat is echt omdat het daar rond gaat hoe fijn ze het hier hebben gehad.”

De sfeer

Olaf: “Je merkt dat Vera steeds bijzonderder wordt. Als club zijn we redelijk autonoom aan het programmeren: echt op de inhoud. Daarbij zijn we een vereniging en een ware community. Dat zie je nergens meer in Nederland, niet op de schaal van Vera.” Peter: “Die clubcultuur voel je heel erg bij de mensen en je voelt het in het pand. Zoveel zalen in Nederland zijn de stad uitgejaagd door beleid en in complexen geduwd of ergens aan een rondweg neergezet. En hier is de club gewoon midden in de stad. En dat geeft wel iets anders aan sfeer.”

Bands die hier voor het eerst komen reageren zonder uitzondering heel enthousiast. Olaf: “Dat komt door de inzet van de mensen van Vera, de hosts onder andere. Bij de ontvangst merkt zo’n act dat het echt leuk wordt gevonden dat ze komen. We zijn gastvrij en je hoeft in principe het pand niet uit, je parkeert je auto en je bent er tot en met de volgende ochtend bij het ontbijt in de voorkamer. Iedereen werkt hier aan mee omdat iedereen dat graag wil. Er zijn meer plekken in de wereld die ook die mentaliteit hebben. Maar als het professioneler wordt dan wordt het ook onpersoonlijker natuurlijk. Dan ga je na het optreden naar een hotel van keten X aan de ring en dat is natuurlijk een heel andere ervaring.” 

 

“Zoveel zalen zijn de stad uitgejaagd door beleid en in complexen geduwd of ergens aan een rondweg neergezet”

 

Veranderingen en uitdagingen

Sommige dingen blijven, maar sommige zaken veranderen nou eenmaal. Olaf: “Ik denk dat de muziekindustrie heel erg veranderd is de laatste tijd. Het is echt industrie geworden.”

Peter: “Ja, je ziet ook dat veel jonge bands, waar je normaal gezien zelf contact mee had, al vrij snel bij een boekingskantoor zitten. Daar zit de hoop in van zo’n kantoor om vroegtijdig  de volgende grote act binnen te halen. Maar het gros van de bands gaat dat niet redden. Dat maakt wel dat het voor ons meer werk is omdat er gewoon meer eisen worden gesteld, aan de promo-kant bijvoorbeeld, maar ook aan de productionele kant. Je merkt dat we daar ook allemaal een slag in hebben moeten maken.”

Er zijn in de huidige tijd genoeg uitdagingen. Dingen worden duurder, energie bijvoorbeeld. Olaf: “Gelukkig zijn wij een cultuurpodium dat ook structureel subsidie krijgt van de gemeente Groningen. Die ziet de waarde van Vera. Alle kosten stijgen. Los van het feit dat je moet blijven investeren in licht en geluid, hebben we bijvoorbeeld in covid-tijd de kleedkamers onder handen genomen. Ook zijn er nieuwe toiletblokken gekomen, et cetera. De charme blijft, maar sommige dingen moeten gewoon. Voor je het weet wordt het sleets. Met de beperkte middelen die er zijn, willen we wel stapje voor stapje investeren.”

Peter vult aan: “Duurzaamheid is belangrijk. Een emissieloze binnenstad, dat zit er natuurlijk ook eens aan te komen. Er zal moeten worden vergroend op de weg. Dat heeft ook gevolgen voor alles wat op weg is qua bands. Jouw dieselbus uit 1970 uit de balkan zal straks niet overal Europa in kunnen. Dat zijn dingen waar we over nadenken. Wellicht dat je ergens een crossload moet gaan doen buiten de ring, of kunnen we kijken naar uitzonderingsposities? Moeten we kijken of er ergens een laadpaal moet komen in Vera voor tourende bands? Dat soort uitdagingen liggen er wel. En ik denk dat de grootste uitdaging is dat betaalbaar te houden. Ook voor het publiek. Je wil juist dat de underground popcultuur toegankelijk blijft voor jonge mensen. Er zit altijd een soort van frictie. Dat was tien jaar geleden ook al zo en dat zal over tien jaar ook nog zo zijn.”

 

“Oké, ik wist dat het een goede band was, maar ik kon het succes van de kaartverkoop niet echt verklaren”

De luiken open

Vijftig jaar Vera is niet een verhaal van vergane glorie. Verre van zelfs. De club heeft een luisterrijk verleden om trots op te zijn, maar is tegenwoordig nog steeds een culturele factor van belang. De huidige bezoekersaantallen, bijvoorbeeld, daar is helemaal niks mis mee. Integendeel. Olaf: “We zitten weer op de oude cijfers van voor covid en dat is heel knap!”

Peter: “En soms verbaast het ons zelf ook wel. Soms zijn er acts waarvan je weet als je die boekt dat je er op kunt rekenen dat een zaal vol staat. Maar er gebeuren ook wel avonden waarvan we denken dat het gaat om iets vrij nieuws wat nog niet op ieders radar staat en in een keer is ook dat uitverkocht. Zo hadden we hier in april NewDad spelen, een dreamwave band. En die kaartverkoop ging maar door en ik kon het maar niet duiden. Oké, ik wist dat het een goede band was, maar ik kon het succes van de kaartverkoop niet echt verklaren. Toen bleek later dat op TikTok het erg rondging dat mensen filmpjes maakten en dansjes deden op de Kate Bush Running Up That Hill-sound en op alles wat maar met dreampop gelieerd was. Kennelijk via die weg weten we een niet-Vera-publiek te vinden. Maar wel een publiek dat met grote ogen staat te kijken en hier terugkomt.”  

Olaf: “En dat is wel interessant, want toen ik hier zelf voor het eerst kwam kijken, was er met name sprake van de Amerikaanse underground, met een specifiek netwerk en fanzines en dergelijke. Dat was een parallelwereld, maar tegenwoordig heb je veel meer van die parallelle werelden. En dat maakt het voor Peter lastiger om keuzes te maken. Maar het is ook interessant. Hoe kun je als culturele poortwachter - wat Vera is -  goede dingen laten zien?” 

Peter: “En hoe kun je dan het juiste publiek erbij vinden? Ik vind het Vikendica-festival wat we hier doen in oktober - in samenwerking met WORM en OCCII - een mooi voorbeeld, Het festival focust zich op muziek uit kleinere regio’s uit Europa die wat minder vaak en makkelijk naar West-Europa komen; Denk aan acts uit het Baskenland, de Balkan of de Baltische staten. Als je die acts los zou boeken, zou daar niet direct een publiek voor te bereiken zijn, maar door het in de context van een festival te gieten gaan mensen nieuwsgierig worden en gaat men er naar toe.” 

“Het Hybrid-festival wat we met Oost doen is nog zo’n voorbeeld. Dat festival is ontstaan omdat we een bepaalde muzikale ontwikkeling zagen die zich eigenlijk tussen beide zalen in bewoog, dat grensgebied van avondprogramma en nachtprogramma. Ik denk dat als we het los van elkaar zouden hebben gedaan, dat de impact die we nu genereren met Hybrid lang niet zo groot zou zijn.”

Olaf: “Belangrijk is jouw inbreng daarin: letterlijk de luiken openzetten.”

Peter: “Ik zou niet anders kunnen en ik vind het ook heel leuk. Dan zie je bijvoorbeeld de jongens van Ratrace die hier in de stad zelf programma maken maar die dan ook een paar keer bij ons komen en een eigen ding neerzetten. Of een The Hands Off Project wat hier dan is ontstaan, maar wat wezenlijk eigen publiek weet te vinden: een programma dat kan ontstaan omdat we die ruimte geven, maar ook een programma dat ik persoonlijk niet zou kunnen maken, omdat ik er niet zo diep in zit."

Scherper

We spraken Peter al eerder, een paar maanden na zijn aantreden in 2021. Is hij blij met wat hij met de club heeft kunnen doen?  

“Er zijn dingen wel sneller gelukt en sneller gegroeid dan ik had gedacht. Eigenlijk was ik bijvoorbeeld al heel blij met de tweede editie van Hybrid. Het liet zien wat we wilden dat het festival was. De eerste was echt een aanloop en de tweede was echt zoals ik denk dat het moet zijn. Maar het podium is ook nog niet daar waar ik hem wil hebben.”

Waar hij het podium zou willen hebben? Na enig nadenken: “Toch nog wat scherper in de wind. Je merkt ook aan hoeveel interessante acts er zijn, dat er relatief weinig speelplekken zijn in de club. Je moet toch ook een deel van je programma reserveren voor de usual acts. En dat is aan de andere kant ook wel verleidelijk, want een volle zaal is te gek. Maar ik zou ook wel willen dat ik daar nog wat meer kan doorduwen op wat nog geen plek heeft.”

Olaf: “Je hebt gewoon zoveel slots op jaarbasis en de verhouding zou je wel wat scherper willen hebben.” 

Peter: “Daar zit echter ook wel aan vast dat je ook je organisatie daarvoor moet inrichten. Als je bijvoorbeeld Hybrid groter wil maken, dan zou je daar meer geld voor moeten creëren. En tijd! Want als ik kijk naar ieders agenda, nou…. Zoek maar eens tijd. Zo is dat altijd balanceren. Wat kunnen we dit jaar? En wat kunnen we voor volgende jaren organiseren?” 

Met beperkte middelen zal altijd worden gezocht naar een maximaal resultaat. Daarin zal in ieder geval niks veranderen bij Vera.

Peter: ”Maar dat is juist ook zo leuk. Dat is de uitdaging.”

Vera bestaat 50 jaar als underground poppodium (en ook nog eens 125 jaar als vereniging), een mijlpaal die de club niet geruisloos voorbij zal laten gaan! Daarom is er op de verjaardag, 14 september, een open dag en dus een kneiterend (uitverkocht) programma in de avond.