Zodra het negen uur is – tijd om te beginnen normaal gezien – kan het nog niet heel druk genoemd worden in de zaal. Wellicht dat de terrasjes in de stad nog iets teveel verleiding bieden. Support-act Gavran begint uiteindelijk rond tien over negen.
Gavran is een trio, bestaande uit drummer/zanger Jamie Kobić, gitarist Freek van Rooyen en bassist Ritsaart Vetter. Net als Onhou bracht Gavran een meer dan uitstekend ontvangen album uit in december, Indistinct Beacon. Gavran staat, wederom net als Onhou, te boek als een sludge/doom-band, maar het geluid van de band kent ook de nodige post-metal elementen. Binnen de nummers van Gavran ondergaan we diverse lagen van emoties en sounds. Zware riffs worden zo nu en dan afgewisseld met wat je contemplatieve momenten kunt noemen.
Jamie’s zangstem is niet heel zwaar en hij klinkt – op de plaat tenminste – regelmatig behoorlijk verstaanbaar. Al wisselt hij dit uiteraard af met grunts en ijselijke screams om de aanwezigheid van onrust, angst en wanhoop in de nummers nog eens extra te benadrukken. Het risico live is dat je door de afwisseling binnen de nummers je de aandacht kunt verliezen: je moet alle aspecten goed kunnen raken. Op de plaat kan dat, op het podium heb je meer omstandigheden waar je rekening mee moet houden en hoeft dat niet per se te lukken.
Zeker in het begin van de set van vijf lange nummers heb je het gevoel dat de zang van Jamie geluidstechnisch gezien net wat te zacht klinkt, zeker als er door Freek en Ritsaart vol gas wordt gegaan. De nummers hebben over het algemeen voor de oplettende luisteraar veel te bieden: de opbouw is vaak sterk, en er zijn vette riffs en prachtige tempowisselingen. De zaal is er alleen niet helemaal bij. Het is niet druk en bij rustige stukken in nummers dringt het besef door dat er voortdurend her en der in de zaal luidruchtige gesprekken worden gevoerd.
Gedurende de set staat de zang steeds wat beter in de mix. Met een drummer als zanger mis je wel een duidelijk boegbeeld op het podium, zeker als de drums vrij achteraan op het podium staan. Je gaat toch wat vaker je blik richten op de bassist en de gitarist die meer vooraan staan. Je merkt vooral dat Freek en Ritsaart hardwerkende muzikanten zijn van het ‘niet-lullen-maar-poetsen’-kaliber. De muziek moet je vooral weten te overtuigen. Een visueel dynamische podiumact is Gavran dus niet. Toch merk je dat het trio naar het einde toe heel subtiel wat meer van zichzelf laat zien. Tijdens de finale van de set zie je Freek steeds losser worden, de inzet wordt nog eens vergroot en de bescheidenheid verdwijnt even uit beeld.
Na het einde van het laatste nummer van de set klinkt er even een keurig applaus uit de zaal. Het voelt door de omstandigheden een beetje lauw. En dat is jammer, want het recente album is echt wel meesterlijk en voor de luisteraar die de aandacht er wel volledig bij had was er meer dan genoeg te genieten. Het blijken trouwens ook nog keurige kerels te zijn, deze Rotterdammers: bij de merchtafel worden we even later netjes met ‘u’ en ‘meneer’ aangesproken.