Tim Driessen (22), Tom Barbareau (22) en Danial Lissborg (23) maakten de documentaire Pulse of the North, die gaat over de opkomst van de elektronische muziekscene in Groningen. De drie studenten Liberal Arts and Sciences spraken voor het maken van de documentaire vele mensen uit het wereldje, waaronder dj’s en enthousiastelingen die destijds onderdeel waren van deze hechte Groningse subcultuur. Onder het genot van een kop verse muntthee vertelt Tim Driessen over het ontstaan van de Groninger scene en over hoe deze nu uitziet.

Op onderzoek uit

“De aanleiding voor het maken van de documentaire ontstond eigenlijk tijdens de onderzoeksfase van een proefproject op de universiteit”, vertelt Tim. “Voor onze studie kwam mijn Duitse vriend Tom met het idee om een documentaire te maken. We zijn beiden fan van elektronische muziek en hij wilde graag iets anders doen dan een paper schrijven. In het curriculum was daar ruimte voor.” Ook Danial, vriend en voormalig dj, werd enthousiast van het idee en raakte betrokken. Tijdens het onderzoek constateerden de studenten dat ze weinig kennis hadden over de geschiedenis van elektronische muziek in Groningen. Reden genoeg om er verder in te duiken. 

Met stappen van tien jaar ging het drietal terug in de tijd. Aangekomen bij de jaren tachtig merkten ze dat er iets bijzonders gebeurde. De platenzaak De Jongens van Hemmes maakte bijvoorbeeld naast popmuziek ineens ruimte voor muziek met elektronische invloeden, zoals James Brown, New Order en Kraftwerk. “Instrumentale muziek werd steeds populairder en leidde vervolgens tot het ontstaan van elektronische muziek”, legt Tim uit. 

De Jongens van Hemmes

Een positief tegengeluid 

Na de val van de Berlijnse muur en het uiteenvallen van de Sovjet Unie ontstond een tegengeluid op de negatieve spanningen van de voorgaande jaren, een vrijheidsgevoel. Ook in Groningen. Iemand die hier volgens Tim mooi over kan vertellen is de Amsterdamse DJ Ferdinand Lijnkamp. Over hoe het begin van de jaren negentig dit gevoel in de stad een creatieve ontwikkeling op het gebied van elektronische muziek op gang bracht. In het Oude Rooms Katholieke Ziekenhuis (ORKZ) werden muziekliefhebbers voor het eerst blootgesteld aan house en techno.  Lijnkamp: "De dj’s hier keken toen wekelijks op illegale locaties naar de diverse manieren waarop je een plaat kon gebruiken. Met dat geëxperimenteer vonden ze uit wat deze muziek was, ontwikkelden ze de muzieksoort verder en zorgden ze voor een saamhorigheid binnen een bruisende, unieke muziekscene." Volgens Lijnkamp ontstond een hechte subcultuur van zo’n 150 mensen die in kraakpanden en op illegale feesten een compleet nieuwe muzieksoort ontdekten en introduceerden en die ook mensen uit de Randstad en zelfs Engeland naar Groningen trok. 

Volgens Tim ruik je in de kelder van het ORKZ nog steeds het bier van de feesten die er jarenlang gegeven werden. “Ferdinand vertelde ons dat mensen er tegen de muur gedrukt stonden, zich verbazend over de nieuwe muziek. De dj’s en enthousiastelingen konden er urenlang met elkaar over praten.” Het ORKZ is nu geen kraakpand meer, maar er woont nog wel steeds een community die ook bij de productie van de documentaire betrokken is. “We vonden het voor de documentaire mooi dat ook de oudere garde zijn verhaal kon doen over de opkomst van elektronische muziek”, aldus Tim.

Grote muziek uit een kleine stad

Dat achterliggende verhaal spreekt Tim erg aan, omdat het de relatief kleine stad Groningen is waar de elektronische muziek zo groot is geworden. “Er werd op kleine schaal veel ondernomen, zowel op de dansvloer als ernaast”, vertelt hij. Dit zorgde er voor dat meer mensen uit hun schulp kropen en vernieuwend aan de slag gingen. “In de documentaire laten we bijvoorbeeld Ferdinand Lijnkamp vertellen over de elektronische muziekscene in de jaren negentig. Hij heeft alle platen van vroeger nog in de kast staan en komt ook nu nog met anderen samen om de blijdschap en vernieuwing van deze periode te herbeleven.”

De huidige Groningse elektronische muziekscene is groot. “Het genre is inmiddels geliefd door en bekend bij het grote publiek. De muziek wordt nu niet meer gemaakt voor een select clubje, maar voor alle liefhebbers. Clubs als Paradigm en OOST spelen daar slim op in”, vertelt Tim. Paradigm is vanwege de grote vraag verhuisd naar het Suikerunieterrein, waar nu feesten gegeven worden voor duizenden mensen. Volgens Tim is het leuke daarbij dat Paradigm een community creëert voor alle leeftijden, waarin vrijwilligers de muziek met het artistieke combineren. De initiatiefnemers zijn ondernemend, vrolijk en hebben iets hippie-achtig over zich. Ze betrekken de stadjers graag in hun plannen.

“Club OOST in de binnenstad is wat kleinschaliger. Daar spelen grotere namen en worden acts geboekt die veel bezoekers trekken”, legt Tim uit. “OOST biedt ook een platform aan collectieven als het voormalige The Cave, waar Danial bij betrokken was. Dat collectief werd opgericht om elektronische muziek op verschillende locaties op vaste basis aan de man te brengen. Daarnaast is er het collectief Homoost dat feesten geeft gericht op de LGBT-community. Weer een ander platform, Eclectic Theory, opgericht door de twee Duitse Studenten Lennart en Christoph, brengt de verscheidenheid van elektronische muziek aan de man door regelmatig feesten te organiseren. Dat OOST zulke collectieven graag een podium geeft, dat vind ik tof.” Vera en Simplon zijn volgens Tim als podium voor alternatieve muziek en jonge muzikanten iets minder toegespitst op elektronische muziek, maar ook daar is elektronische muziek soms het hoofdgenre.

Pulse of the North

“De elektronische muziekscene in Groningen is een van de grootste in Nederland. Nergens geeft het zo’n impuls aan het gebied, nergens gaat het zo hard en nergens wordt het zo beleefd als hier. Het is uniek”, aldus Tim. Daarnaast is pulse, net als een beat, ook een hartslag. Vandaar de titel Pulse of the North.

Het drietal beleefde veel lol aan het maken van de documentaire. Volgens Tim was het een project met een leerproces: “We leerden over de methoden die je kunt gebruiken om een mooi eindproduct te krijgen, maar we zijn uiteindelijk ook gewoon op pad gegaan om spelenderwijs beter te worden en erachter te komen hoe je in de praktijk een documentaire maakt.” Tijdens de interviews ontdekten de jonge documentairemakers dat er in Groningen echt een scene bestaat. "Vroeger kende iedereen elkaar. Dat merkten we ook toen we in de platenzaak waren en er verschillende bekenden van de eigenaar platen aan het uitzoeken waren. Het is een hechte club en we vonden het leuk om hier tijdens het proces ingezogen te worden."

Door met de oude garde te praten over de geschiedenis maakten ze langzaam de stappen naar het heden. Het eindresultaat geeft volgens Tim een unieke kijk in de Groningse elektronische muziekscene in de jaren tachtig en negentig. “Die is nu een stuk commerciëler, terwijl het toen vooral in het teken van experimenteren stond. Als mensen dit weten, kan dit een extra dimensie geven aan de belevenis van elektronische muziek van nu. Voor liefhebbers een goede reden om Pulse of the North te gaan kijken”, vertelt hij.

De faculteit University College Groningen heeft bijzonder open gestaan voor het project. “Groen licht geven betekende dat er geïnvesteerd moest worden in trainingen, materiaal en andere vormen van ondersteuning. Daarbij werden we heel vrij gelaten in het maakproces”, vertelt Tim. De drie zijn daarnaast ontzettend blij met de tijd die werd vrijgemaakt door onder meer de initiatiefnemers van OOST, Paradigm, Simplon en Vera. “Zonder de medewerking van al deze mensen hadden we de documentaire niet kunnen maken”, vertelt Tim. Hij, Tom en Danial hadden een half jaar de tijd om de documentaire te maken. Dat was op zich genoeg, maar volgens Tim niet voldoende om alle onderwerpen te behandelen. Hij hoopt dat er nog eens een professionele, omvangrijkere documentaire gemaakt wordt die de onderwerpen uit Pulse of the North verder verdiepen.

Bekijk hieronder de documentaire Pulse of the North: