Als de zaal nog maar halfvol is, verschijnen de twee excentrieke mannen van Electropoëzie op het podium. Een synthesizer, een laptop en een volgeklad notitieboek is alles wat deze mannen nodig hebben. De muziek is precies wat de naam doet vermoeden: poëzie op Electro. Bizarre gedichten worden voorgedragen uit het notitieboek. Denk daarbij aan titels als ‘Ik Moord Ik Ben Vrolijk’ en ‘Glitterglijbaan’.
Dit alles wordt vol passie gebracht door Hans Hoeverloo en de Ridderbaas. Ze zijn vaker af dan op het podium en dansen het publiek door. Daarbij kijken de mannen het publiek zeer intens aan terwijl ze hun teksten voordragen, wat bijdraagt aan de bizarre sfeer van het hele optreden.