De Grote Zaal van Vera is nog niet vol, maar The Desmonds gaan gelijk hard van start. Nog een beetje onzeker en nerveus, dat wel. Zanger Rob Schoenmakers is duidelijk overdonderd als hij na het eerste nummer opeens in de microfoon moet spreken. Maar eenmaal goed van de start, zijn de heren niet te stoppen. Voor wie ze nog niet kent (foei!): denk aan het geluid van The Wombats, maar dan flink wat ruiger. Het is muziek die je doet wensen dat je met regenlaarzen in de modder staat te stampen bij Glastonbury. Beetje stout, heerlijk zomers, en boven alles dansbaar. Zelfs het oudere publiek, dat normaal wat stroever is, staat goedkeurend met de hoofden te knikken. The Desmonds vullen zowel fysiek als muzikaal de ruimte nu ze die hebben en zetten een enthousiast optreden neer.
Nadat The Desmonds alle kleine podia van de stad hebben gehad, is het eindelijk tijd voor het viertal om te laten zien dat ze ook een groter publiek aan het dansen kunnen krijgen. De cirkel lijkt mooi rond te komen, want een paar jaar geleden stonden de jongens van de Groningse band zelf nog los te gaan op Mike Krol. Nu, op dinsdagavond, krijgen ze de kans om dezelfde zaal warm te spelen voor deze publieksfavoriet.
The Desmonds
Mike Krol
Het vleugje rock ‘n’ roll dat bij The Desmonds te horen was, duwt Mike Krol verder, naar modernere en meer experimentele klanken. De band is net iets harder, de gitaren schrijnen net wat meer, en de feedback is een stuk venijniger. Deze keer zijn Krol en zijn bandleden niet gehuld in politie-uniform, maar hebben de muzikanten een blauw oog en zijn ze bedekt met bloed. Het is natuurlijk een referentie naar het nieuwste album Power Chords, maar het lijkt ook alsof ze metaforisch de strijd aangaan om opnieuw pollwinnaar te worden. Of dit ook werkelijk gaat lukken is te betwijfelen. Zeker de eerste helft van het concert is te horen dat ze moe zijn van de Amerikaanse tour die ze net achter de rug hebben. Aan het enthousiasme van de frontman ligt het niet: die duikt met het eerste nummer gelijk al het publiek in om vervolgens op het drumstel te klimmen. Toch klinken die eerste paar nummers vlak en eentonig. Pas nadat de band een korte pauze heeft genomen begint het echte knallen. Op het einde creëren ze dan toch een feest in de zaal.
Mike sluit de avond af met “Next time I come I wanna see my name on the wall again!”. Het publiek juicht als antwoord. Misschien, door het uiterst rockende einde, bestaat die kans dan toch. De toeschouwers gaan in ieder geval bezweet en tevreden naar huis.