Okieson laat de nodige indruk achter
Overdreven knusheid brengt Nijmegenaren niet van de wijs
Het is niet vaak dat een recensent een volkomen onbeschreven band als Okieson meteen tot potentiële grootheid in het vaderlandse americana-genre bombardeert. Wellicht tijd voor een second opinion? De spotlampen waren gericht op café De Opera, waar de Nijmeegse band op dinsdag 4 maart in het kader van ‘Heroperachtig’ mocht aantreden.
Naderhand vraagt één van de bandleden van Okieson voorzichtig of het wel ergens naar klonk in de zaal. Het knusse podium in café De Opera blijkt namelijk net iets tè knus te zijn voor een volledige bandbezetting, waardoor zanger Sebastiaan van Bijlevelt praktisch ìn het drumstel moet plaatsnemen van bandmaat Floris. Dat de Okiesoni daardoor amper kunnen inschatten hoe het totaalplaatje van hun arbeidsvruchten vanavond over komt, is gelukkig nauwelijks te merken onder de toehoorders. Nee, zelfs deze beperkende omstandigheden kunnen niet verbloemen dat hier een band staat die gewoon aan alle kanten klopt. De sfeervolle tracks van debuut ‘Tomorrow’s Gone’ worden vanavond luid, strak en zuiver genoeg ten gehore gebracht om bij vlagen te doen vergeten dat je in een rumoerige kroeg vertoeft, en niet in een concertzaal met een gekocht kaartje in de achterzak.
Het zijn dan ook niet enkel de intieme fluisterliedjes waarmee Okieson de show steelt; het is de hele sfeer er om heen. Het doorleefde stemgeluid, het melancholische getokkel, de haast hypnotiserende instrumentale coda’s (met net wat meer tanden dan op plaat): als de Nijmeegse Americana-band iets perfect weet uit ademen, dan is dat wel het regenachtige zondagmiddaggevoel. Is Okieson alle poeha waard? Tja, het blijft lastig in te schatten binnen een verzadigd (en lichtjes miskend) genre als dat van de alt.country. Maar je moet gewoon nageven dat een optreden van Okieson toch wel de nodige indruk achterlaat. Geen gimmicks, hippe hokjes of podiumbombast: gewoon goudeerlijke, mooie americana. Die jongens gaan er wel komen, wat ‘er’ ook moge zijn. Tekst: Maarten Wagemakers / Foto's: Björn Berings