GESEL XL: zaterdag decibellenavond in Willemeen

Onder meer zeer overtuigend optreden van almaar groeiend King Locust

Tekst: Eelco van Eldijk / Foto's: archief 3VOOR12 ,

Tijdens het Gesel XL-weekend waren zeer veel stijlen uit de popmuziek vertegenwoordigd. Metal mocht daartussen niet ontbreken. De vier geclusterde bands op het Willemeenpodium gaven, met wisselend resultaat, een dwarsdoorsnede van wat Gelderland zoal op dit gebied te bieden heeft.

Onder meer zeer overtuigend optreden van almaar groeiend King Locust

Op het Gesel XL-weekend komen vele stijlen voorbij, en vanavond is het tijd voor de metalbands uit de regio.

De aftrap wordt verzorgd door de jonge honden van Balgior. Een band die nog veel te leren heeft wat betreft het vinden van een (eigen) geluid en de daarbij passende uitstraling. De twee gitaristen staan met gemak hun mannetje op het podium qua presentatie, maar hun ondefinieerbare gitaargeluid laat te wensen over. De andere muzikanten (drie stuks) lijken zich voornamelijk te verschuilen achter hun instrumentarium. Iets dat niet past bij de heftige moderne metalklanken dat het vijftal produceert. De nummers van Balgior zijn tamelijk simpel van opzet, maar doeltreffend genoeg om  een goede pit in de jongerencentra in den lande te veroorzaken.

Fruit Of The Original Sin (FotOS) tracht het vierde woord uit hun naam tot kunst te verheffen. Een moedige poging die tenonder gaat met de haven in zicht. Het rariteitenkabinet dat FotOS vormt lijkt zo uit een gebouw met diverse oefenruimten getrokken te zijn. Een zanger/gitarist die oogt alsof hij plaatsheeft in een metalband, maar wil overkomen als Kurt Cobain; een toetseniste die niet zou misstaan in Mr. Blue Sky; een bassist uit een eightiesband. Een typische rockdrummer maakt het kwartet compleet. Het is een vreemde gewaarwording dit wispelturige optreden te aanschouwen.

Op momenten wordt er keihard gerockt, maar daartegenover staan passages waar de band volledig de draad kwijtraakt binnen hun eigen composities. Deze hangen dan ook als los zand aan elkaar. Originaliteit is een gevolg, geen doel an sich, anders komen zaken gekunsteld over. En daar geeft Fruit of the Original Sin blijk van. Dat is jammer, want er zit wel degelijk genoeg kwaliteit in dit fruitige viertal.

Koning Sprinkhaan (King Locust), komt, overziet, en vreet het publiek op. Waarom deze band nog niet getekend is op een kwaliteitslabel als Hydrahead is mij een volledig raadsel. Wat een ongelooflijk strak en diepgravend kwartet is dit. Alice In Chains goes postcore is een relatief makkelijke en begrijpelijke beschrijving die volledig hout snijdt. De muzikanten van King Locust laten hun muziek spreken, zelf doen zij er het stilzwijgen toe. Alleen de bassist van deze zwartkijk- en -kleders wil nog weleens een beetje de bink uithangen, hetgeen niet erg passend is. Maar geen verdriet zonder lol, dus het is hem vergeven. King Locust geeft vanavond wederom een perfect visitekaartje van hun kunnen af, hetgeen middels optredens beter lijkt te werken dan de promotieplaatjes van deze Koning: waar hij in de studio nog veel te iel klinkt, blaast deze groen-eter in Willemeen alles en iedereen omver, als een ontketenende plaag.

Het Apeldoornse Lucifer Principle is de juiste band op het juiste moment. Geen moeilijk gedoe, gewoon vierkwarts-doorbeuken. Een stevig geluid en prima bijpassende presentatie (metal!!) doen de rest. Opvallend feit in deze band is uiteraard de rockabilly-contrabas-ranzelaar. Met name hij zorgt voor een hoge rock-’n-roll factor tussen het metalen geweld. Een combinatie die zéér goed werkt en ook prima aanslaat bij het publiek. Misschien niet de orgineelst denkbare band, maar dat lijkt  ook zeker het niet het doel van dit clubje rauwdouwers. The Lucifer Principle zorgt voor het feestje dat de avond op gedegen wijze afsluit. Hun optreden verveelt geen moment en dat is zeker een kunst voor een jonge/nieuwe band. Voor alle programmeurs; heb je een metalfestival? Boeken die band!