De Staat: "Het kan nog veel beter en gekker"

Nijmeegse band presenteert 8 januari debuutalbum

Tekst: Arno van der Hoeven / Foto's: Danielle Liebeskind ,

Op donderdag 8 januari presenteert de Nijmeegse band De Staat in een uitverkocht Doornroosje hun debuutalbum Wait For Evolution. 2009 wordt het jaar van De Staat, voorspelde Eric Corton. De gitaarrockers zelf blijven bescheiden: "Wij zijn niet eens zo speciaal".

Nijmeegse band presenteert 8 januari debuutalbum

Enigszins vermoeid schuiven Torre Florim en Rocco Hueting van De Staat aan voor een interview. Er is tot laat gerepeteerd om een cover van dEUS' The Architect in te studeren: een eerbetoon aan de Vlaamse band die hen meenam op tour door Engeland. Het nummer zou worden uitgevoerd op 'De song van het jaar verkiezing' van VPRO's 3VOOR12 . "We hadden helemaal geen tijd om te oefenen", legt Florim uit. "Wij hebben wel andere dingen te doen: clips opnemen en dat soort dingen", verduidelijkt koebelspeler Hueting.

Het had echter weinig gescheeld of de agenda van De Staat was minder goed gevuld. Een album uitgebracht in eigen beheer, zoals oorspronkelijk het plan was, had ongetwijfeld niet voor zoveel aandacht gezorgd. Toch ziet Florim wel iets in de do-it-yourself-mentaliteit. "Ik vond het wel romantisch om het album zelf uit te brengen. Ik heb het gevoel dat kleine labels niet zoveel aan het product toevoegen. Je kunt zelf veel doen, als je bereid bent hard te werken. Dan liever een groot label met veel contacten." Deze wens werd uiteindelijk vervuld in de vorm van de toonaangevende platenmaatschappij Excelsior Recordings. 

De nummers van Wait For Evolution zijn geschreven, ingespeeld en geproduceerd door Florim zelf. Het resultaat is elementaire rock die doet denken aan het werk van de Queens Of The Stone Age en Mark Lanegan. Oorspronkelijk waren deze liedjes niet bedoeld voor De Staat. “Ik speelde eerst al wel met Rocco en Jop (van Summeren, bassist - red.), maar toen was het andere muziek: powerrock, simpeler. Ik begon zelf dingetjes in elkaar te sleutelen en dat liep uit de hand." De nummers van het solo-project vervingen het oude repertoire van De Staat en werden met hulp van gastartiesten als The Bloody Honkies en Fuck the Writer uitgebouwd tot het debuutalbum. Deze manier van werken kenmerkt De Staat denkt Florim: "Onze kracht ligt in het samen elementen toevoegen, en niet in het spel op zich. Het werkt fijner als je laag voor laag opneemt. Ik begin met een bepaald concept en combineer elementen uit verschillende genres. Bijvoorbeeld een Afrikaans ritme met een Georgisch mannenkoor."

Eenzelfde methode werd gehanteerd voor het nummer dat De Staat schreef voor het festival Poetracks. Hierbij werd het gedicht Nu nog van Hugo Claus onder handen genomen. “Ik wist dat de anderen waarschijnlijk iets met een akoestische gitaar gingen doen: zingen, mooie liedjes enzo. Daar ben ik helemaal niet goed in", weet Florim. 'Ik kan alleen maar in de stemming spelen waar ik ooit mee begonnen ben. We hebben de delen uit het gedicht gepakt die het meest op seks sloegen. De verschillende strofen kregen samen een nieuwe sfeer. We hebben een groove neergezet, en daardoor vielen we op."

"We make it look easy", zo omschrijft Hueting de energieke optredens van het vijftal. De zanger denkt daar echter iets anders over: "Het is belangrijk om jezelf niet al te serieus te nemen op het podium. Een dude met lang haar die op een koebel staat te raggen, dat valt gewoon op. Elke recensie gaat over hem", wijzend naar zijn bandmaat. Die is zich van geen kwaad bewust. "Ik kan er ook niks aan doen."

Ook de Engelsen hebben kennis mogen maken met de wilde koebelspeler. In Dublin, Manchester en London werd voor honderden mensen gespeeld als voorprogramma van dEUS. Vooral het geluid blijft de band bij. "Het was zo hard, dat vond ik het gaafste. Tot aan het vijfde balkon in de Koko in London hoorde je onze muziek uit de speakers knallen", vertelt Hueting. "Ineens maakten we stadionrock", vat de zanger de ervaring samen. Maar bang voor de omschakeling naar de kleine zaaltjes in Nederland is hij niet: "Vaak vind ik de kleine optredens, als je tenminste ruimte hebt om je spullen neer te zetten, vetter. Bij duizend man heb je het gevoel dat je tegen één grote massa aan het spelen bent, dan ben je meer iets aan het afdraaien. In een kleine zaal heb je echt met mensen te maken, die je in de ogen kunt kijken. Dan is het veel losser en dan speel je daar op in."

Maar de grootsheid van de band waarmee ze het podium deelden heeft ook voordelen. "Samen met Millionaire is dEUS qua muziek een aanvoerder in Vlaanderen. Zij hebben andere artiesten geïnspireerd om dingen te proberen die niet standaard zijn. Vlaamse bands zijn zoveel origineler dan Nederlandse grootheden als Kane en Anouk. Ik hoop dat er in Nederland ook bands gaan komen die iets tofs neer zetten.” Of De Staat dat gaat doen? "Zo speciaal zijn wij niet eens. Voor Nederlandse begrippen wel, maar in België zouden we al veel minder opvallen." De koebelspeler valt hem bij: "Het kan nog veel beter en gekker."