In de lente van 2001 luisterde ik liggend op een bank, starend in de zon naar de Black Rebel Motorcycle Club en vroeg mij hardop af wat er toch met mijn liefde rock-‘n-roll was gebeurd. Rock was voor mij niet meer boeiend. Ik bewoog daarom steeds meer de kant op van het experimentele Radiohead, de soundscapes, electro, freakfolk en andere spannende invalshoeken, die de rock van de nieuwe eeuw mij niet kon bieden. Een epochaal rocknummer als Instant Street van dEUS zou wel nooit meer gemaakt worden (zelfs door dEUS zelf niet, zo blijkt nu). Een kleine acht jaar later sta ik in een bomvol en uitverkocht Doornroosje, omringd door enthousiaste fans van De Staat. Er is nog een vonkje hoop voor de rockmuziek. Vooral voor Nederlandse rockmuziek.
Persoonlijk heb ik weinig op met die alternatieve Nederlandse bands. Of ze zijn te lief, of niet vernieuwend, of het is slecht kopieerwerk van Amerikaanse of Britse bands. Qua ritme, bas en percussie zou men hetzelfde over De Staat kunnen zeggen. Zij lijken immers sterk op Queens Of The Stone Age of elke andere band die gerelateerd is aan Josh Homme. Maar De Staat heeft duidelijk meer in zijn mars. Er zit meer groove, sex appeal en coolness in hun muziek, dan menig ander bandje. De Staat doet daarbij ietwat Belgisch aan, maar dan net niet teveel. Het heeft iets van, ja, daar zijn zij weer, dEUS. Het is geen toeval dat de Belgische grootmeesters deze jonge Nederlandse honden onder hun hoede hebben genomen en hen op een korte tour door Groot-Brittannië namen.
Vanavond presenteert De Staat dan eindelijk haar door Excelsior uitgebrachte debuutplaat Wait For Evolution. De vergelijking met dEUS wordt vanavond duidelijker als men de live-prestaties met elkaar vergelijkt. Net als dEUS weet De Staat presentatie en spelplezier te combineren tot een strak geheel. De coolness en strakheid druipt ervan af, terwijl de lol op het podium groot is. De Staat betovert het publiek met hun enthousiasme en professionaliteit. Er zit vanavond werkelijk geen enkel kreukje in het optreden. En bij De Staat is dat niet glad, maar meeslepend. Het publiek laat zich gewillig meenemen in een show die voorbij is voordat je het door hebt. Elk liedje heeft een ongelooflijk hitpotentieel. Time flies when you’re having fun. Het dak gaat er af, met als gevolg dat men nog hoger springt. De Staat speelt duidelijk een thuiswedstrijd en er kan vanavond werkelijk niets misgaan. Het is alsof NEC thuis met 6-0 van Vitesse wint.
Gelukkig blijft het niet slechts bij de hoekige, dansbare rock. Er zit een lijn in het optreden, die van rock naar monumentaal gaat. De snellere nummers worden ingewisseld voor langere en grootse tracks die een dreigende, doch rustige sfeer uitstralen zoals men die ook wel in de spaghettiwesterns van Sergio Leone tegenkomt. Tijdens de toegift brengt De Staat de aanwezigen werkelijk in alle staten. Het bomvolle Roosje ontploft bijna. Men wil meer. Gelukkig blijft het hierbij. Afsluiten met bijvoorbeeld hun befaamde cover van The Architect zou te veel van het goede zijn en afbreuk doen aan de kwaliteiten van De Staat. Zij vertrouwen op hun eigen materiaal en deze recensent zag dat het goed was. Lowlands mag alvast een plekje vrijhouden.