Aan Streetcarb, afkomstig uit Arnhem en Doetinchem, de eer om de oren goed op te warmen voor de rest van de avond. Dit is een opdracht waar het trio wel raad mee weet en Merleyn krijgt dan ook een aantal knoepend harde nummers voorgeschoteld. Streetcarb speelt een interessante en afwisselende set waarin rustige, melancholische passages regelmatig worden ingeruild voor gitaargeweld waarbij alle registers open gaan en zanger/gitarist Erik verscholen achter zijn pet zijn frustraties eruit schreeuwt.
De redelijk lange en gruizige nummers steken goed in elkaar en regelmatig weten de mannen naar een mooie climax toe te werken. In de explosieve harde passages is Streetcarb op zijn best en krijgt de band het voor elkaar om als (garage)grunge band toch behoorlijk episch te klinken. In de rustige nummers worden de kwetsbaarheden van de band blootgelegd en wordt er zo nu en dan flink langs elkaar heen gespeeld. Jammer is ook het vaak ‘plorkerig’ klinkende basgeluid, een storende factor waardoor het vuige gitaargeluid en de uitgesmeerde nummers soms te springerig klinken. Ondanks deze minpuntjes weet Streetcarb wel te overtuigen en liefhebbers van grunge/rock uit de gouwe ouwe jaren negentig moeten de band zeker eens gaan aanschouwen.
De redelijk lange en gruizige nummers steken goed in elkaar en regelmatig weten de mannen naar een mooie climax toe te werken. In de explosieve harde passages is Streetcarb op zijn best en krijgt de band het voor elkaar om als (garage)grunge band toch behoorlijk episch te klinken. In de rustige nummers worden de kwetsbaarheden van de band blootgelegd en wordt er zo nu en dan flink langs elkaar heen gespeeld. Jammer is ook het vaak ‘plorkerig’ klinkende basgeluid, een storende factor waardoor het vuige gitaargeluid en de uitgesmeerde nummers soms te springerig klinken. Ondanks deze minpuntjes weet Streetcarb wel te overtuigen en liefhebbers van grunge/rock uit de gouwe ouwe jaren negentig moeten de band zeker eens gaan aanschouwen.
Vol trots presenteert The Sin Committee (toffe naam trouwens) vanavond hun nieuwe, vijf nummers tellende ep Confess. Gedurende het optreden wordt in ieder geval één ding duidelijk: de nieuwe nummers zijn veel sterker dan de enkele oudere die gespeeld worden: energieker en een stuk krachtiger. Op de uitvoering van de progressieve metal/rock valt weinig aan te merken. Het is goed te zien dat de vier mannen ervan genieten hun nieuwe materiaal te spelen en de band gaat behoorlijk fanatiek tekeer. Blikvanger van de band is zanger Joris, die schijnbaar moeiteloos weet te schakelen tussen een heldere en typische rockzang en diepe grunts. Ook mooi om te zien is hoe bassist Willem het gebrek aan een tweede gitarist (toch vaak een vereiste voor een stevige progressieve band) goed weet te compenseren met effecten en zwaar aangezette baspartijen.
Muzikaal gezien doet The Sin Committee denken aan de verschillende projecten van Devin Townsend (bijvoorbeeld The Devin Townsend Band en Ziltoid). Net als de Canadees heeft The Sin Committee er een handje van de nummers vol te proppen met een breed scala aan harmonische gitaarloopjes, zware riffs, melodieuze zanglijnen en grunts. De grote variatie en complexe structuur die elk nummer afzonderlijk kent, mag je dan ook met recht progressief noemen. The Sin Committee vergt wel behoorlijk wat aandacht van de luisteraar. Echte rustpunten worden niet ingebouwd en van uitgesponnen, zich repeterende passages is geen sprake.
Het publiek reageert enthousiast op het nieuwe materiaal. Aan het einde van het optreden wordt er geroepen om een toegift en bij gebrek aan meer nummers wordt besloten het eerste nummer van de set nog een keer te spelen. Een prima keuze want dit is het beste van de set.
Het is voor de band nu afwachten hoe de ep wordt onthaald. The Sin Committee heeft in ieder geval de potentie om een breed publiek aan te spreken, zowel die-hard metalfans als de wat melodieuzere ingestelde liefhebbers van stevige rock zouden met ‘Confess’ goed uit de voeten moeten kunnen.