De Vierdaagsefeesten - Stilte in de storm maakt Johan vleugellam

Verdwaald in de gewelven van de Stevenskerk

Tekst: Marten de Paepe / Foto's: Hans Kreutzer, ,

Voor wie het zinnelijke feestgewoel in de stad even teveel wordt, biedt de Stevenskerk tijdens een goed toevluchtsoord. Gisteren werd duidelijk waarom voorgaande jaren vaak gekozen werd voor soloartiesten of groepen in uitgeklede vorm. De vijf mannen van Johan probeerden hun hoofd boven water te houden in de woelige geluidsgolven die zij teweeg brachten en slaagden hier slechts met moeite in.

Verdwaald in de gewelven van de Stevenskerk

De voornaamste verschillen met Johan in volledige uitrusting zijn een akoestische gitaar en een vleugel. Het zou het geluid ten goede komen wanneer zanger Jacco de Greeuw alleen of begeleid door een enkele gitaar of piano zou spelen. De vijf instrumenten en verschillende stemmen waar Johan mee aantreedt leveren een mistig geluid op waarin vrijwel niets te onderscheiden valt. En dat is jammer, aangezien ieder nummer van Johan geconcentreerd en kundig ten gehore wordt gebracht. De band laat horen dat ze een indrukwekkend repertoire heeft opgebouwd: een uur lang wordt de ene briljante popparel afgewisseld door de andere. Een rotte appel is niet te bespeuren in deze goed gevulde muzikale fruitmand. Hoewel Johan zich, als ware hij de Heilige Geest, overal om het publiek heen bevindt, weet de groep niemand te bereiken. De band blijft doelloos rondkaatsen tussen de gewelven van de Stevenskerk. Dynamiek, scherpte en definitie ontbreken grotendeels. Als het optreden na een half uur onderbroken wordt door een vrouwelijke misdienaar die het tijd vindt voor een interview, wordt duidelijk dat dit concert in de Stevenskerk niet gaat om een extatische ervaring, maar om een lome luistersessie. Dat de organisatie gekozen heeft voor voltallige bands doet afbreuk aan de hoge muzikale kwaliteiten van de muzikanten. Hoewel een kerk een prachtige omgeving is, garandeert het geen mooi optreden. Het massaal toegestroomde publiek liet het zich echter welgevallen en beloont de band met een staande ovatie. Onwennig maakt Johan een buiging, om de koele, plechtige sfeer van de Stevenskerk weer in te ruilen voor de warme, zinnelijke buitenlucht.