Hopla Olé, of weg ermee?

Nieuw Nijmeegs platenlabel zoekt het in de niche

STNZX, ,

Een onafhankelijk platenlabel voor niet in te delen muziek, meldt de website. Ik heb vier singletjes in mijn hand gedrukt gekregen en heb ze meerdere malen geluisterd. En inderdaad, ik kan het nergens onderbrengen of je moet het noise willen noemen. Het draagvlak voor deze stroming zal altijd in die piepkleine spleet blijven zitten, het grote publiek zal dit niet als muziek kwalificeren.

Nieuw Nijmeegs platenlabel zoekt het in de niche

Harry Merry kende ik wel. Zijn live act is hilarisch en verwarrend. "Is die gast echt zo?" In zijn matrozenpakje en solo spelend op een keyboard, pakt hij zijn publiek en laat het pas aan het eind weer los. Maarehh, is dit Harry Merry ook op de plaat? Noise die werkelijk niet om aan te horen is. Je kunt de naald beter op de slipmat leggen, dat is relaxter. Ik zal het wel niet op waarde kunnen schatten, maar is dit nu ironisch? In mijn belevingswereld is dat iets anders. Bach Bach Bach! Ik leg maar snel Bertin op de slipmat. Deze elektronicavariant klinkt beter. Doordachter, gestructureerd, dit is volwaardig, exact wat bij Harry ontbrak. De samplingvariaties komen in ieder geval muzikaal over. Ik draai hem nogmaals. Lekker. Hitmachine produceert een goed noise geluid. Niet iets om even thuis op te zetten, maar binnen een noise-avond zal deze productie niet misstaan. "It feels zu viel fine." A distorted playing band on the edge, is een typering die de spijker op de kop slaat. Net over de top en toch niet te ver. Alweer aangekomen bij het vierde singletje. Een zebra in Wibra-verpakking. Een beetje soundscapen om bij te komen van de noise. Zebra is een samenwerkingsverband van Frans de Waard en Roel Meelkop, waarbij het oude remixen weer in ere wordt hersteld. 'Last Night a DJ Saved my Life' en 'Live is Life' komen in een soort mashup-versie langs. Leuk maar niet speciaal, een tussendoortje. Olé Records richt zich niet op het ongetrainde oor, dat moge duidelijk zijn. Elke muziekvorm moet zijn plaats hebben en zo ook de artiesten van Olé. Maar de kwaliteit varieert nogal en echt origineel vind ik het, op Bertin na, niet. Binnen het brede muzikale spectrum en het daarbij steeds maar uitdijende labelaanbod in Nijmegen, heeft Olé zeker bestaansrecht en zou het zich kunnen opwerpen als opvang voor muzikanten die niet te plaatsen zijn. Maar goed, wat niet te plaatsen valt is ook niet te beschrijven en daarmee stokt het woord.