Lowlands ’16: Thee Oh Sees door de ogen van Indian Askin

Synchroonzwemmende band scoort een dikke acht.

Kilian Kayser ,

De zondag van Lowlands was er een voor de fans van crowdsurfen, moshpits en garage. Op het programma stonden namelijk twee bands die beide op hun eigen manier bekend staan om een slopende show vol gekte, stuwende nummers en vliegende mensen. In de middag speelde het Amsterdamse Indian Askin de Charlie net zo vol als plat met hun schurende garagepop en in de avond herhaalde het Amerikaanse Thee Oh Sees, meer space en minder lied, dit kunstje nog eens haarfijn in de India. Bart van der Elst (toetsen en meer) en Ferry Kunst (drum) van Indian Askin zijn Thee Oh Sees-fan en recenseren samen met ons de show.

Voordat wij het gaan hebben over Thee Oh Sees, hoe was de Indian Askin show?
F: ‘Het was echt fucking sick! Misschien wel de beste show die wij ooit hebben gedaan. Dat is het gevoel dat wij nu hebben in ieder geval.’
B: ‘Elke keer als wij een show hebben die ertoe doet, dus Noorderslag, Best Kept Secret of Lowlands, gaat het bij ons beter dan normaal. De naam van zo’n festival en de acts die daar allemaal omheen staan zorgen voor een soort druk waar wij goed onder presteren. Het ligt voor een groot deel natuurlijk ook aan het publiek, die gaan bij festivals als Lowlands altijd extra hard.’
F: ‘Het ontplofte echt in het publiek. Toen Bart ging crowdsurfen dacht ik even dat we hem nooit meer terug zouden zien. Hij bleef maar naar achter in de tent getild worden, tot aan onze geluidsman aan toe. We hebben zijn solo moeten overslaan, dat was nu maar een crowdsurf.’

Ging het bij Thee Oh Sees ook zo los?
B: ‘Minimaal. Ik heb een uur lang in de moshpit gestaan. Normaal vind ik dat best wel stom, maar bij Thee Oh Sees was het echt perfect. John Dwyer, de zanger en gitarist, is een held voor mij en het was zo tof om hem live te zien spelen.’
F: ‘Het was voor ons allebei de eerste keer dat wij ze zagen. Bart is een hele grote fan en ik nu ook. Jezus, wat was dit een strakke show. Het klinkt allemaal heel losjes en jammy, maar het zit zo strak en slim in elkaar. Daar komt echt geen jammen aan te pas, hoor.’
B: ‘Ik heb net ook voor het eerst mijn vriendin zien crowdsurfen, bij mijn favoriete band nog wel. Dat was wel heel erg leuk. Of ik dat liever bij mijn eigen show had gezien? Nee, eigenlijk niet. Mijn vriendin vindt ons altijd wel leuk, als een vreemde bij ons los gaat is het extra tof.’

Wat was er zo goed aan Thee Oh Sees?
F: ‘De synchroniteit van die twee drummers. Eigenlijk heb ik de hele show naar synchroonzwemmen gekeken. Ik was helemaal in trance van die drummers. Ze doen alles gelijk, de hele tijd. Elke fill, break en beat spelen ze precies hetzelfde. Dat is zo knap.’
B: ‘Ik vond de set die ze speelde ook echt heel goed. Ze speelde als tweede of derde nummer Toe Cutter – Thumb Buster, dat is hét Thee Oh Sees-hitje voor mij. Vanaf toen ging het helemaal los. Ze hebben veel nieuw materiaal gespeeld, maar lieten het geen moment inzakken.’
F: ‘Er zijn weinig bands die, als je ze voor het eerst ziet, echt de shit zijn. Thee Oh Sees was dat wel. Het was gewoon een uur lang synchroonzwemmen.’

Welk cijfer zouden jullie Thee Oh Sees geven?
B: ‘Toch wel een 8+.’
F: ‘Ik wilde een 8,2 geven, we zitten zo op één lijn!’

En jullie eigen show?
B: ‘Oeh, dat vind ik lastig om te zeggen hoor. Ik zou dan zeggen een zeer goed, zo voelt het in ieder geval voor ons. Ik hou er niet zo van om een cijfer te geven, maar ik vond het vanmiddag wel echt heel erg leuk.’
F: ‘Ik zou Lowlands ook wel een cijfer willen geven, maar ik heb het gevoel dat wij er vrij weinig van hebben gezien.’
B: ‘Gelukkig wel Thee Oh Sees, en dat was echt heel erg vet!’
F: ‘De kers op de Lowlands-taart voor ons.’