Un, deux, trois: kanker!

White trash met Spinal en Steen

Tekst: Yorgos Mayenburg en Milou van Kranen. Foto’s: Mariska Sinnige ,

Maandenlang prijkte op de site van de Meester: Spinal en Steen. Twee heren die niet bepaald onomstreden zijn. Wie een kaartje had, verwachtte een vuig optreden vol gevloek, gescheld en getier. Bier smijten voor gevorderden. Was er al gewezen op een overvloed aan krachttermen?

White trash met Spinal en Steen

Op zaterdag 18 april heerste er een ander sfeertje in en om De Meester dan gebruikelijk. Het optreden van Spinal en Steen had daar alles mee te maken. Eén ding is duidelijk: deze heren trommelen een eigen publiek op. Hoodies, bleke koppies, grote ogen. Vermoedelijk hadden Steen en zijn fans in de aanloop naar het optreden via heel kleine briefjes gecorrespondeerd. Maar het deurbeleid maakte binnen verder corresponderen onmogelijk. Aan weerskanten was er aan zelfvertrouwen geen gebrek.

Inmiddels draait Steen al een tijdje mee in het hiphopwereldje. In 2004 won hij de battlewedstrijd Geen daden maar woorden. Daarna volgde een reeks EP’s, tracks en albums die voornamelijk onder eigen beheer zijn uitgebracht. Maar door zijn optreden in televisieprogramma Urbnn kon niemand meer om hem heen. Met de legendarische woorden “Welkom in mijn wereld, bitch!” begon de tiendelige serie over zijn leven die niet verder dan aflevering twee kwam. Wel wordt er gefluisterd dat Steen zelf opnames maakt die hij op dvd zou willen uitbrengen onder de naam De Kankershow.

Buiten kijf staat dat Steen aan beleefdheidsvormen een broertje dood heeft. Gebruikelijke publieksopzwepers (“Als ik zeg hip, zeggen jullie hop!”) kregen zaterdag een eigen draai. Voorafgegaan door drie tellen vloekte het publiek dat het kraakt. Eerst in het Nederlands, maar al snel volgden vele talen: “Un, deux, trois: kanker! Ik geef je de internationale kanker voor je moer!”
Engels, Frans, Italiaans, Duits. Jazeker, Steen de polyglot.
Nu zijn stijlfiguren niet bepaald nieuw – het gros is door de oude Grieken al uitvoerig op papier gezet. Maar in die lijst lijken Spinal en Steen vooral te zijn blijven hangen bij vulgarisme. De teksten zijn een opeenstapeling van pijn, ziekte, verderf en doodslag. Duizend-en-één metaforen van lange voorwerpen die huid penetreren: pennen in nekken, injectienaalden in armen, and so on. Met sadistische slagersogen is er door de medische encyclopedie gebladerd. Met als grote favoriet: neoplasma malignum. “Onderhandelbaar, kankerbaar. Pit, pit stelletje kankerkadavers!”

Spinal en Steen kwamen zaterdag hard, nietsontziend en zonder blad voor de mond. “Hij komt te laat, die intercity. Pak de conducteur en gooi hem ervoor!”
Een intellectueel zou het smakeloos noemen, walgen van dit optreden. Maar ergens zijn er parallellen te trekken met Wolkers, Bukowski en Larry Flynt. Voor wie niet vies is van wat relativering en een campy point-of-view, zijn Spinal en Steen op dit moment dé act om te zien. Maar mensen die dat niet kunnen, of mensen die er een principiële levensvisie op na houden, doen er wellicht beter aan geen kaartje te kopen.
Vaders, houd uw dochters veilig thuis!