Zaterdagavond stond De Meester in het teken van ruige gitaren. Het eerste optreden werd in dat kader gegeven door Last of the Mohicans. De zaal trokken ze niet echt vol; veel mensen bleven hangen bij de bar. Of daarnaast, bij de inschrijftafel van Almere gaat vreemd. Toch stonden er nog redelijk wat mensen in de zaal, veelal bevestigend te knikken op het ritme van de beukende gitaren. Alles okay, maar de boel kwam niet erg los.
Het tweede optreden, van Star Above, leverde voornamelijk een ethisch vraagstuk op: waar ligt de grens tussen punk en ronduit teleurstellend? Let’s face it: er was nogal wat arbeid nodig om de heren hun liedjes te laten spelen. Gedurende het halve optreden lag er iemand van de techniek bij het drumstel om te voorkomen dat de boel volledig in de soep liep. Bovendien vond de leadzanger het niet nodig om verder te spelen voordat iemand van het personeel een flesje water voor hem haalde. Toen er twee flesjes aankwamen, kon er zelfs geen bedankje vanaf. Erg hautain voor een zanger die tot dusver geen enkele noot haalde.
Er kwam een behoorlijke ploeg opdagen voor de loting van Almere gaat vreemd. Daardoor was de zaal aan het begin van het optreden van Star Above redelijk gevuld. Misschien gingen die mensen zo snel weg omdat ze al plannen hadden voor hun zaterdag. Maar misschien joeg Star Above ze weg met hun optreden. Voor beide valt wat te zeggen.
Nonchalant (niks aan de hand!) betrok de band het publiek bij hun optreden, via een impliciet verzoek om wat dichterbij het podium te komen. Hun nonchalance werd vanuit de zaal beantwoord door een lolbroek: “Ik ga wel naar huis!”
Aan het eind van het optreden leek het inderdaad een stuk rustiger in de zaal.
Gelukkig was er ook: I Wannabee and the Wannabees, een sensatie. Coverbands smaken vaak naar keurige familiefeestjes. Maar als ik ga trouwen, mag deze band komen! In de geest van Me First and the Gimme Gimmes neemt deze band de Nederlandstalige canon op de hak: Danny de Munk, Hazes, Toontje lager en Het goede doel moeten allemaal geloven aan brullende gitaren. Ook internationaal werd er nog een en ander aangepakt, want Robby Williams en Bill Withers kwamen ook aan de beurt.
Dat de zaal niet propvol stond, was voor I Wannabee and the Wannabees geen reden om er niet tegenaan te gaan. De band met het publiek werd niet alleen aangetrokken door een parodie op te voeren, maar ook door nostalgie via de Pennywise-klassieker Bro Hymn; er werd luidkeels meegebruld. Een stel enthousiastelingen werd daarna op het podium gevraagd om mee te zingen met de Raggende Mannen (Poep in je hoofd): “Zal ik jou es effe lekker in je bek schijtuh!?” En hoe ludiek is het om Rammstein te ‘vertalen’ in strandperikelen? “Ik lig te zonnen!”, hulde aan de superlatieven!
De avond was, kortom, nogal veelzijdig. Sowieso door Almere gaat vreemd, maar ook door het twijfelachtige optreden van Star Above. Gelukkig was het feest met I Wannabee and the Wannabees; waardoor men met een goed gevoel naar huis kon gaan.
Van Star Above tot I Wannabee and the Wannabees
Hulde aan de superlatieven
Zaterdagavond in de Meester traden drie bandjes op met een gemeenschappelijke deler: brullende gitaren. Last of the Mohicans, Star Above en I Wannabee and the Wannabees. Driewerf rock ‘n roll. Uiteraard was 3voor12/Flevoland ter plekke voor een verslag.