De hoge opkomst toont aan dat veel mensen de Eindhovense podia en muziekscene een warm hart toedragen. Over het belang van een sterk muzikaal aanbod is iedereen het eens, maar er is grote verdeeldheid over hoe dit georganiseerd moet worden. Het huidige gebouw van de Effenaar blijft daarbij een heikel punt. Denvis, bekend rocker uit Eindhoven, weet al snel de vinger op de zere plek te leggen: “Het Effenaar gebouw is geen prettige locatie. De ziel is eruit.” Hij is vooral enthousiast over de alternatieve locaties van Effenaar zoals het Stroomhuis en Area51. Deze plekken zijn volgens hem aantrekkelijker omdat er meer beleving is. “Het moet meer zijn dan alleen in de rij staan, kaartje afgeven en na het concert zo snel mogelijk naar huis.”
Het debat komt aanvankelijk wat stroef op gang, maar daar komt verandering in wanneer gastspreker Willem Venema aantreedt. De bekende concertpromotor van Double Vee steekt zijn mening niet onder stoelen of banken en heeft de lachers snel op de hand. Hij heeft vooral kritiek op de (landelijke) politiek die volgens hem de popmuziek te weinig steunt. “Cultuur is de redding en het kost geen bal! Er is te weinig geld voor programmering.” Wat betreft de voorgenomen fusie verwacht Venema dat de samenwerking tussen Effenaar en Muziekgebouw gaat wringen. Op de vraag of het Effenaar-gebouw nog nodig is na een eventuele fusie antwoordt hij: “Ik zou zeggen, platgooien en asfalteren.”
De toon is gezet en meer mensen durven de microfoon te pakken. Wat opvalt tijdens het debat is dat er relatief weinig jongeren aanwezig zijn. Vooral mensen van 40 jaar en ouder zijn vertegenwoordigd. Een generatie die opgroeide in de ‘oude’ Effenaar en waar velen naar terug verlangen. Iets wat iemand van de jongere generatie tegenspreekt: “Niet meer kijken naar het verleden! We moeten verder.” De tegengestelde meningen zijn tekenend voor de discussie rondom de fusie van Effenaar en het Muziekgebouw. Er zijn veel uiteenlopende factoren die invloed hebben op het succes van beide podia. Aïda Spanninks, een van de initiatiefnemers van het debat en dj, maakt een heldere opsomming: festivalisering, te groot aanbod van poppodia in Nederland, de kwaliteit van de programmering, hoge huur en (te weinig) omzet.
Het muzikale aanbod in Nederland is zó groot dat het grote moeite kost om de zaal te vullen. Naast dat de concertbezoeker meer bier moet drinken betogen verschillende mensen dat subsidies van cruciaal belang zijn. Gastspreker Eric Smout onderstreept dit. Smout is met cultuurorganisatie Democrazy de drijvende kracht achter popconcerten op verschillende locaties in Gent. De jonge garde laat een ander geluid horen tijdens het debat. Het aanbod van de Effenaar zou (online) niet goed zichtbaar zijn en de doelgroep wordt onvoldoende bereikt. De beleving die festivals wél weten te creëren zou een voorbeeld moeten zijn voor de marketing van het Eindhovense poppodium.
Er komt echter geen helder antwoord op de vraag of de fusie de juiste oplossing is. Het is een debat waarin de discussie maar niet op gang wil komen. Wellicht is de timing ook wat ongelukkig, omdat de fusie plannen nog weinig concreet zijn. Bovendien geven de Effenaar en het Muziekgebouw zelf weinig prijs. Zal de fusie een kans zijn om “fit, vrolijk, en met nieuw elan uit de strijd te herrijzen?”, zoals Aïda Spaninks het omschreef. Het laatste woord is er nog niet over gezegd.