In deze rubriek laat een bonte stoet columnisten hun eigen licht laat schijnen op de Haagse muziekscene. Elk vanuit hun eigen vakgebied delen ze persoonlijke verhalen, onverwachte invalshoeken en scherpe inzichten over wat de muziek – en alles wat daarmee samenhangt – in onze stad zo bijzonder maakt. Elke editie een andere columnist, deze keer: Julie Scott.

Ode aan Mark van Dijk

Midden in de immens grote lege zaal van het Lucent danstheater trok Mark z’n broek omlaag en wreef vervolgens met zijn spierwitte billen tegen het rode pluche van een paar stoelen. “Even de ruimte eigen maken.”
Ik was eerlijk gezegd niet eens verbaasd, kon Mark zijn zitkadetjes uittekenen, want ze verschenen regelmatig in het wild, tijdens bandrepetities van onze band can_of_be. Als hij enthousiast was, ongedurig, of zomaar, zonder reden.

Een regelrechte reïncarnatie van Andy Kaufman, de komische genie uit de jaren ’70 waar de legendarische film Man on the Moon op is gebaseerd. Mark zijn gezicht leek net zoals dat van Kaufman van elastiek, een lichaam dat alle kanten op kon buigen en bewegen en bizarre, theatrale, vaak schurende humor.

Ik hield van hem.
Had nooit eerder iemand als Mark ontmoet, zo vroegwijs en tegelijkertijd een ongrijpbaar en vrij spelend wonderkind. Multi-instrumentalist, feeërieke zanger, maar vooral een briljante gitarist met een geheel eigen, betoverend geluid.

Can_of_be was voor ons als bandleden een soort totaal gestoord laboratorium, waar opeens alles kon en mocht. We maakten opera’s, maniakale art-rock en konden elkaar soms zo opfokken dat we bijna moesten kotsen.
Mark wilde voor optredens worden ge-bodypaint en op zijn eens zo kale hoofd groeide nu een knalrode hanenkam. Steeds expressiever, altijd meer, altijd harder, altijd sneller, fuck grenzen.
 

 

Hij kon ook ongelooflijk lief zijn. Zo kocht hij van zijn allerlaatste geld een spliksplinternieuwe gitaarkoffer voor mijn verjaardag. Sprakeloos was ik. Iedereen die Mark kende wist dat hij geen cent te makken had.

Ik weet niet meer waarom we ruzie kregen, waarom we uit elkaar groeiden.
Ik weet wel dat het laatste album dat we samen opnamen bijna uit elkaar knalt van de grote emoties die op dat moment speelden.
Heel veel liefde, die heel erg kapot leek te zijn. Hoorbaar in elke song, met name het nummer ‘Today’, waar we voor de allerlaatste keer samen zongen en onze gitaren met elkaar huilden.

Een paar maanden hadden we geen contact en toen werd ik gebeld door mijn beste vriend Roeland.
“Mark is dood.”
Totaal onverwacht, onbeschrijflijk pijnlijk. De muzikale magiër was niet meer en heel Den Haag was ie dag in diepe rouw.

Een half jaar later was ik op reis in Portugal en droomde ik over Mark. In mijn droom kwam hij afscheid nemen. Een knuffel, een kus en een glimlach, en weg was hij. Dat was voor ’t eerst sinds zijn overlijden dat ik goed had kunnen slapen en wakker werd zonder steen in mijn buik.

Echt iets voor Mark, om zelfs vanuit de sterren te blijven toveren.

Julie Scott
 

Life started
And departed way too soon

What’s your rush
To shoot stardust
Anyway you go, darlin’
Anyway you go


(uit ‘Madesteine’ het lied dat ik schreef voor Mark)