Op 6 december gaat de Haagse popweek van start, die dit jaar haar 25ste verjaardag viert.Een week lang wordt de Haagse muziekscene in de schijnwerpers gezet en wordt deverbinding tussen muzikanten onderling en de muziekindustrie benadrukt.
Joeri Gordijn, Hoofd Programma & Marketing bij PAARD, spreekt over de opkomende Haagse Popweek: “Juist, nu we door algoritmes, door ai-gegenereerde-playlists en politici uit elkaar gedreven worden is het noodzaak dat we als Haagse muziekscene juist samen komen.”
Het vermelden van kunstmatige intelligentie komt niet als een verrassing in een tijd waarin de krantenkoppen vol staan van ontwikkelingen op dit gebied. En deze ontwikkelingen zijn zelden geruststellend voor muziekmakers. Zo plannen supermarkten om voortaan alleen maar AI muziek te gaan gebruiken om geld te besparen dat normaliter naar artiesten gaat.
Met nieuwe technologieën komt altijd een gevoel van angst kijken: technofobie. De drukpers zou de banen overnemen van schrijvers, radio zou mensen minder laten lezen, en de video zou het bezoek aan de bioscoop overbodig maken. De angst ligt bij de onzekerheden die technische innovaties met zich meebrengen.
Dit lijkt zeker het geval te zijn met muziek gegenereerd door kunstmatige intelligentie. Het onzekere onderbuikgevoel komt al duidelijk naar voren in de vele lezingen en podcasts over hoe de muziekindustrie moet omgaan met AI. Op wiens muziek baseert AI zijn creaties? Hoe zit het dan met muziekrechten? Is er nog wel belang bij ‘echte’ artiesten als AI veel goedkoper en efficiënter is?