In de schaduw van het spoor, op nog geen tweehonderd meter van hun geliefde PIP, bouwen David Schoch en Steven van Lummel aan hun volgende project: Inter-City. Dit moet een plek worden waar Den Haag elkaar vindt, een culturele broedplaats met een bos, voetbalgoaltjes, een theaterzaal, een café, kunst in alle vormen, experiment en een mentaliteit die je nergens anders in Nederland ziet.

Het terrein beslaat zo’n achtduizend vierkante meter midden in de gebiedsontwikkeling van de Binckhorst, waar duizenden woningen op de planning staan maar nul vierkante meter cultuur. “Gebouwen maken nog geen gemeenschap,” zegt Steven. “Inter-City moet het kloppend hart worden van die nieuwe wijk.”

Een droom die begint met een dreigende tram

Het idee van Inter-City is niet alleen ontstaan uit ambitie, maar ook uit noodzaak. Tijdens corona wordtduidelijk dat PIP, al bijna twintig jaar de nachtclub en cultureel podium aan de rand van het spoor, haar plek dreigt kwijt te raken door de komst van een nieuwe tramverbinding.

“We hoorden: er komt een tram, dus jullie moeten weg,” vertelt Steven. “En toen zijn we gaan kijken, is er ergens een andere plek waar we hetzelfde kunnen doen, maar dan misschien iets groter?” Die plek blijktdichterbij dan gedacht: op slechts tweehonderd meter verderop.

De gemeente waarschuwt direct dat het vrijwel onmogelijk is. “Vijf procent kans van slagen,” krijgen ze te horen. David sprong lachend op: “Vijf procent!? Yes! Dan gaan we ervoor.”

Met eigen spaargeld, eindeloos onderzoek, gesprekken met minstens acht gemeentelijke afdelingen en een vasthoudendheid waar een pitbull u tegen zegt. En nu, na jaren duwen en trekken, is het zover: begin 2026 opent Inter-City.

David Schoch

Van PIP naar Inter-City: dezelfde ziel, nieuwe schaal

Inter-City wordt géén vervanger van PIP, benadrukken ze meteen. PIP blijft PIP en staat voor de nacht; Inter-City wordt dag en avond. Toch zien de heren wel een natuurlijke wisselwerking voor zich.  

“Je bent het echt niet van plan. Je gaat met je kinderen hier naartoe. Eén pannenkoek en een hut bouwen. Je komt een oude vriend tegen. Je neemt één klein pilsje. Dan komen er bitterballen op tafel. Voor je het weet heb je een oppas gebeld en hoor je jezelf je vrienden beloven: ‘Tuurlijk ga ik mee naar de PIP, tuurlijk.’”

PIP is gebouwd met een DIY-mentaliteit. Die zelfmakerij zie je overal terug. David en Steven staan zelf lampen te schroeven. Het terrein is ontworpen zonder architect, vertrouwend op intuïtie, vriendschappen en tastbare energie. Dit gaat niet altijd zonder slag of stoot. Maar de drijfveer is helder: iets bouwen voor de stad, mensen bij elkaar brengen en een goede tijd hebben.

Steven van Lummel

David Schoch

Een vrijplaats met scherpe randjes

Wie door de hekken van Inter-City stapt, merkt meteen dat dit geen gelikt cultuurcentrum is, maar een levende, groeiende puzzel. Op het terrein vind je een klein bos, een open vlakte, drie zalen, de studio van Intergalactic FM, sportplekken, een café en een theaterzaal die niet eerst opgebouwd hoeft te worden zoals bij PIP, maar gewoon altijd klaarstaat. Je ziet het zo voor je: kinderen die vrijuit spelen, ouders die blijven plakken voor een drankje, makers die hun ideeën ter plekke presenteren.

“Het is eigenlijk een vrijplaats,” zegt David. “Binnen de hekken voel je je veilig, letterlijk en figuurlijk. Je kan je kinderen en jezelf helemaal loslaten. Maar die hekken hebben wel een scherp randje hoor.” lacht hij.

Dat scherpe randje zit onder andere in het feit dat Inter-City, net als PIP, nooit af hoeft te zijn. Geen dichtgetimmerd masterplan, geen eindontwerp met een strik eromheen.  “Deze plek moet in ontwikkeling blijven en vooral uitnodigen tot meedoen. Als iemand komt en zegt ‘Joh, het lijkt me vet om daar een zwembadte maken’, dan is het antwoord: Ja, goed idee, we gaan kijken of het lukt.”

Die open houding zie je straks terug in het programma. Waar PIP bekendstaat om zijn elektronische roots, wordt Inter-City veel breder. “We kunnen hier juist meer live muziek kwijt,” legt David uit. “Met Paard wordt gekeken naar een gezamenlijke concertreeks, we gaan genres mixen, experimenteren, cross-overs maken. Theater plus elektronische muziek. Movies That Matter plus chefkok. Alles kan naast elkaar bestaan.”

Het café wordt een belangrijke spil van het terrein. Wat er precies op de kaart komt, staat nog niet helemaalvast, maar één ding is zeker: “In ieder geval champagne en luxueuze snacks,” grappen ze. “Misschien maaltijden, maar in ieder geval geen bitterballen-only menu. Daar zijn we nu wel voorbij.”

Impressiebeeld

Een plek voor de hele stad

Inter-City wil niet één doelgroep bedienen, maar juist alle Haagse bubbels met elkaar in aanraking laten komen: jong, oud, queer, straight, kunstenaar, buurtbewoner en nachtvlinder. Niet geforceerd gemengd, maar vanzelf kruisbestuivend.

Die filosofie sluit aan op iets wat ze bij PIP al jaren in de praktijk brengen: plekken ontstaan niet door stenen, maar door mensen. “Aanwaaiers worden publiek, publiek wordt deelnemer, deelnemers worden familie. Vat Steven samen. Die aanpak trekken ze door naar Inter-City: iedereen die bijdraagt, van vrijwilliger tot buurtbewoner tot kunstenaar, wordt onderdeel van de ruggengraat.

“We moeten dit samen bouwen. Het programma, het terrein, de sfeer, dit wordt een kunstwerk waar de stad in kan wonen en aan kan meewerken.” zegt David

Juist dat is volgens de heren wat Den Haag nodig heeft. Een stad die, zoals ze zelf zeggen, versplinterd is in wijken en subculturen, met weinig plekken waar alles samenkomt. “Leefbaarheid gaat niet over nog een Albert Heijn,” zegt Steven. “In de supermarkt ontmoet je elkaar niet. Cultuur is de plek waar perspectieven botsen en waar je iemand kunt ontmoeten die totaal anders is dan jij. Dat is nodig voor een toekomstbestendige stad.”

Inter-City moet dat gat vullen: een centrum dat de ruimte biedt om elkaar weer te vinden. Ook de komst van de nieuwe tram zien David en Steven niet somber in, maar als een kans. “De droom is dat we tijdelijk dichtgaan, verbouwen, en dan… halte Inter-City openen,” zegt Steven. “Een tramhalte recht voor de deur. Dat zou toch geweldig zijn?”

Wanneer kunnen we naar binnen?

Dit voorjaar zal Inter-City de hekken openen voor publiek. Maar ook dat blijft, net als de plek zelf, enigszins in beweging. Eén ding staat wel vast: Den Haag krijgt er geen standaard horecaplek bij, maar een culturele broedplaats voor iedereen.

Heb je zelf een idee, plan of droom? Mail het naar info@inter-city.nl, wie weet wordt het werkelijkheid.

David Schoch en Steven van Lummel