Iets dat krachtiger dan mij is dwingt me. Ik ga naar het Popgala in het Paard. Eerst een rode loper. Ik wil eromheen lopen, maar dezelfde kracht die me dwingt naar het gala te gaan dwingt me nu over de rode loper te lopen.
Flitsers. Foto’s. Een zwarte achtergrond met heel vaak het woord Haags Popgala. Is het serieus? Een karikatuur? Halverwege de rode loper komt er een microfoon naar me toe.
Rob van Omroep West vraagt wat ik het beste Haagse nummer vind.‘Radar Love,’ zeg ik, omdat dat als eerste in me opkomt. Ik had natuurlijk ‘Slow Change’ van Hallo Venray moeten zeggen.
Na de rode loper die ellendige kluisjes waar je je jas in kan proppen voor €3,50 na onhandig gepruts op je telefoon. Een tegenstrijdig soort gastvrijheid. Ik ben binnen.
De grote zaal. Ik weiger het biermerk te noemen waar de zaal opeens naar is vernoemd. Overal biertafels met sixpacks. We krijgen bier, patat, een vegetarisch frikandelbroodje en appelmoes met een kers.
Is dat Haags?
Niet iets verfijnds kunnen bewerkstelligen en dan vol voor het tegenovergestelde gaan. Geen strijkersensemble in smokings, geen zacht gedragen gestrijk dat als oesters door je keel glijdt.
Nee: een volkszanger met een matje die O, O Den Haag zingt.