Gebr. de Nobel moet zorgen voor een spannend, bruisend en muzikaal Leiden
Oud-wethouder cultuur Jan Jaap de Haan: “Muziek is de taal van het hart”
De rode loper ligt uit, de uithangborden van Gebr. de Nobel schijnen als een baken in de verder donkere Marktsteeg. Er vormt zich al een hele rij voor de ingang van het gloednieuwe popcentrum dat deze donderdag 4 december officieel de deuren opent. Er stijgen woorden van goedkeuring op vanuit de rij en een enkeling probeert alvast stiekem naar binnen te gluren.
Verderop staat Fons Delemarre genietend om zich heen te kijken. De Leidenaar was in de jaren negentig voorzitter van het oude LVC. “Het is gewoon veel en veel te mooi”, grijnst hij. “Ken je de Aalmarktzaal van de Stadsgehoorzaal? Die heeft een voetbalkantine als foyer wanneer je het vergelijkt met de foyer van de Nobel. En het heeft ook een veel chiquere uitstraling dan bijvoorbeeld Het Paard. Het is in feite net zo chique als een schouwburg, maar dan met de allure van een poppodium.”
Hierna is het dan eindelijk de beurt aan Will Rendle en zijn jongens. Ze trappen af met het hitje ‘Salamander’. Bij het aanstekelijke ‘Propellerhead’ krijgen de goedlachse Britten de zaal aan het springen. Op de gastenlijst van Will and the People staat een bandje dat dolgraag in de Nobel zou willen spelen. Zangeres Marlies Kroon van het Rotterdamse band The Cosmic Carnival speelde ooit één keer in het oude LVC. “Dat had een prima sfeer. Ik herinner me alleen een donker hol. Deze zaal heeft waanzinnig mooi geluid. En het inladen hier is stukken beter geregeld. Bij het oude LVC was dat een hel.” Ze wijst naar een poster die aan de muur hangt. “De line-up ziet er ook super uit. Ik zou sowieso al komen voor Blaudzun en DeWolff. Ook al woon ik in Rotterdam.”