Bettie Serveert weer flink op dreef

Amsterdamse band steviger dan ooit

Cok Jouvenaar ,

“We horen net dat we uitverkocht hebben!” Carol van Dyk is bijna euforisch. Om met Churandy Martina te spreken, ‘De band is blij, het publiek is blij en de zaaleigenaar is blij’. Bettie Serveert op volle sterkte in de kleine zaal van het Paard van Troje tijdens deze laatste avond van februari 2013. Alsof het Amsterdamse kwartet zichzelf wat moest bewijzen.

Bettie Serveert is een graag geziene gast in het clubcircuit. De alternatieve gitaarsongs van deze band worden altijd door de vader- en buitenlandse muziekpers warm onthaalt. Dit zal één van de redenen zijn dat de band het al meer dan twintig jaar volhoudt. Echter verdenken we Carol van Dyk en haar medekompanen ervan dat spelplezier de belangrijkste factor is. Dit is wat de band nog altijd uitstraalt. In een volgepakte kleine zaal is dit bijna voelbaar. Momenteel toert de band volop in het kader van de nieuwste langspeler ‘Oh! Mayhem!’. De tiende op rij sinds het debuut ‘Palomine’ uit 1992. Het geluid is geëvolueerd van rammelende popliedjes naar een wat steviger en rauwer format. Het heeft plaats gemaakt voor groovy uptempo rock met een eigentijdsere inslag. Sinds de plaat afgelopen januari is gepresenteerd zijn de recensies unaniem positief. Het is bijna eentonig, maar dit optreden in Den Haag behoort ook tot deze categorie.

Het tot duo getransformeerde Kodiaks mag voor de vierde en laatste maal het publiek voor Bettie Serveert klaarstomen. Doorgaans gaat deze Utrechtse band door het leven als kwartet en laat duidelijk bandmuziek horen. Toch mag dit de pret niet drukken, het duo levert een bij vlagen geïnspireerd optreden af. Zanger Just Posthumus is zelfverzekerd genoeg om het optreden te dragen. Gitarist Mathijs Peeters is zo ziek als een hond, maar slaat zich er heldhaftig doorheen. Met mooie geluidjes, wat gitaargeweld en vlammende solo’s maakt Kodiaks indruk met songs als ‘Wait for snow’ en ‘Holiday’.
 
Arti videobeelden met Carol van Dyk zetten de boel op scherp als Bettie Serveert erin knalt met ‘Receiver’. Er is geen houden meer aan, de band is op oorlogssterkte en vervolgt met ‘Love lee’ en ‘Deny all’, beide afkomstig van de vorige plaat ‘Pharmacy Of Love’. De setlist bestaat grotendeels uit materiaal van de twee laatste schijven. Steviger en spontaner dan het oudere werk waarmee de band jarenlang haar fans heeft omarmd. De oude songs doen het nog steeds goed en vallen op in set. ‘Private suit’ is nog steeds van ongekende schoonheid en het van het debuut afkomstige ‘Balentine’ wordt bijna letterlijk meegezongen. Waarbij ‘Tom boy’ vernuftig wordt uitgebouwd en gekoppeld aan het gloednieuwe ‘Sad dog’. Afwezig is de nieuwe single ‘Had 2Byou’. In plaats daarvan doet ‘Shake-her’, de opener van de laatste plaat met The Beach Boys feel het erg goed. Uiteraard ontbreken de klassiekers ‘Palomine’ en ‘Kids allright’ ook niet.
 

Vanavond lijkt alles te kloppen voor de Amsterdammers. Gitarist Peter Visser heeft weer vleugels en prakt de ene na de andere solo uit zijn gitaren, geserveerd in een sausje met scherpe en frivole effecten. Drummer Joppe Molenaar heeft de smaak te pakken en drumt alsof hij achterna gezeten wordt door veertig rovers. Leuk detail: Joppe speelde in 2004 in het voorprogramma van Bettie Serveert met Voicst. Dit laat maar zien hoe klein de muziekwereld in Nederland is. Toch draait Bettie Serveert om de frontdame. Niet alleen haar stem maar ook haar personality is in de loop der jaren gegroeid en terecht uitgebuit. In vergelijking met de beginjaren is Carol van Dyk zelfverzekerder geworden en zit de rol als blikvanger haar als gegoten. De vrolijke, spontane attitude in combinatie met een gezonde dosis sexappeal spettert ze ook vanavond van het podium af. Op de videobeelden achter op het gordijn heeft ze bij vlagen wat weg van Marilyn Monroe. Net als de band zelf, het meisje van weleer is een echte vrouw geworden.