Project D wint al geruime tijd iedere popprijs waar het menselijkerwijs aan mee kan doen en is op dat vlak waarschijnlijk de meest succesvolle band van de hele Haagse popscene. De Grote Prijs van het Groene Hart, die de band vorig jaar binnenhaalde, leverde honderd uur studiotijd op. Genoeg voor het opnemen van debuutalbum ‘Make It Happen’, dat op vrijdag 4 november in de kleine zaal van het Paard van Troje gepresenteerd werd.
“Kijk, op die foto zit z’n haar zo leuk!” Een groep meisjes verdringt zich rond de poster van Project D bij de ingang van de zaal. Het is duidelijk dat de Haagse belofte niet alleen op muzikaal vlak overtuigt: al tijdens het voorprogramma vult de zaal zich voor een substantieel deel met jong, vrouwelijk publiek. Ondertussen toont A Polaroid View zich een verdienstelijke opener. De band trekt weliswaar de poptrukendoos érg ver open maar onder de lagen koortjes, oehtjes en aahtjes laat het viertal bij vlagen interessante pop/rocknummers horen. De set blijft vooral overeind door een nadrukkelijk stuwende bas en een prima toetsenist.
Wat uitstraling betreft is Project D al vele stappen verder. De band laat een uitgekiend imago en een indrukwekkend arsenaal rocksterrenposes zien: af en toe doet het totaalplaatje meer denken aan een Amerikaanse tienerfilm (inclusief eerder genoemde gillende meisjes) dan aan vier Nederlandse conservatoriumstudenten. Verschil is wel dat hier niet geplaybackt wordt, maar echt - en uitstekend - gemusiceerd. De avond moet een feestje worden ter ere van het cd-debuut van Project D, ‘Make It Happen’, en de eerste signalen zijn goed: al snel wordt er een geïmproviseerd achtergrondkoor het podium opgesleept, daarna een violist en de toetsenist uit het voorprogramma. Het koor staat duidelijk niet dagelijks voor een volle zaal, maar vormt - zeker voor het oog - een leuke toevoeging aan de viermansformatie. Bij een mijlpaal als deze mag er best worden uitgepakt en dit is een hoopgevend begin.
De belofte wordt helaas niet ingelost: wie na dit vroege hoogtepunt op nog grotere verrassingen had gehoopt, komt bedrogen uit. Project D doet echter zijn best om het publiek ook zonder verdere toeters en bellen te vermaken. De belangrijkste invloeden blijken daarbij stadionrockacts als de Foo Fighters en vooral Incubus. Van dat format wordt nauwelijks afgeweken; de groep waagt zich nergens aan experimenten in melodieën of arrangementen. Als de kenmerkende overgangen tussen hele harde en hele rustige stukken dan ook nog in ieder nummer op praktisch dezelfde manier terugkomen, ligt na vier liedjes verveling op de loer. Zonde: het kan nooit de bedoeling zijn dat die D in de bandnaam eerder doet denken aan ‘degelijk’ dan aan ‘dynamisch’.
Misschien is die eentonigheid echter een kwestie van smaak. Feit blijft dat het Project D met ieder nummer uitgebreid applaus oogst en dat act en uitvoering vlekkeloos zijn - het is geen raadsel waarom jury na jury omgaat voor zo’n soepel draaiende machine. Toch is het al met al een wat onbevredigende avond. Een debuutalbumpresentatie verdient meer dan een ‘gewoon’ optreden met één climax op het verkeerde moment. Snel door naar de volgende popprijs dan maar.