Lars Kelpin vertrekt met een gerust hart bij Speakers

Ze mogen me één week missen, daarna niet meer

Gideon Rozendaal, ,

Lars Kelpin heeft 5½ jaar lang met veel plezier als programmacoördinator gewerkt bij het Delftse poppodium Speakers. Nu is het tijd voor een nieuwe uitdaging. Vanaf 1 januari gaat de muziekfanaat als projectmanager podiumevenementen aan de slag bij stichting de GRAP in Amsterdam, een baan waarin hij zijn ei helemaal kwijt kan.

Ze mogen me één week missen, daarna niet meer

Lars Kelpin heeft 5½ jaar lang met veel plezier als programmacoördinator gewerkt bij het Delftse poppodium Speakers. Nu is het tijd voor een nieuwe uitdaging. Vanaf 1 januari gaat de muziekfanaat als projectmanager podiumevenementen aan de slag bij stichting de GRAP in Amsterdam, een baan waarin hij zijn ei helemaal kwijt kan. “In de wereld van de muziek en entertainment is het gewoon niet goed om vastgeroest te raken op je plek. Dat is niet goed voor het bedrijf waar je werkt, maar ook niet goed voor jezelf. Ik heb het werk altijd met veel plezier gedaan, maar nu ben ik toe aan een frisse start. Ik zeg altijd dat je iets vijf jaar moet doen, daarna is het tijd voor een nieuwe stap in je leven.“ Voordat Lars bij Speakers aan de slag ging, werkte hij bij Conamus, een instantie die Nederlandse muziek ondersteunt en promoot. Daar organiseerde hij onder andere de Nationale Muziekdag. “Destijds ben ik via via in contact gekomen met directeur Robin Groenveld, die me gevraagd heeft om voor Speakers te komen werken. De eerste keer dat ik het pand binnenliep, was meteen al een fantastische ervaring. Het was liefde op het eerste gezicht en ik wist het meteen: hier wil ik werken! Speakers is gewoon één van de mooiste podia van Nederland. Een prachtige zaal in combinatie met een prachtig café in het hart van een mooie, historische stad. Dat is gewoon uniek.” Vanaf het begin had Lars al veel mogelijkheden binnen Speakers. “Robin Groenveld gaf aan dat niks te gek is, zolang er maar publiek voor is. De grote wens was om iedere vierkante meter van het pand te benutten, iets wat geleid heeft tot een zevendaagse programmering. Op een gegeven moment hadden we meer dan 400 activiteiten per jaar! Bovendien is er gezocht naar niet conventionele acts voor een poppodium, zoals toentertijd Stand Up comedy, lezingen en salsa dansavonden en lessen. Een breed aanbod dus, zolang er maar voldoende publiek in geïnteresseerd is. En als het publiek uit zijn dak gaat, is dat voor mij een hoogtepunt. Het publiek heeft altijd gelijk.” Maar ook Speakers heeft last gehad van de moeilijke jaren in de horeca. “Als ik deze kans vorig jaar zou hebben gekregen, dan was ik er wellicht niet op ingegaan. Maar nu zijn er vele mogelijkheden gecreëerd, vooral op het gebied van de live muziek. Daar ben ik erg trots op. Mijn opvolger kan goed aan de slag en Speakers Live weer nieuw leven inblazen. Vooral een platform voor live muziek van regionaal en lokaal talent staat in de steigers. Ik kan dus met een gerust hart vertrekken. Ze mogen me misschien één week missen, daarna niet meer.“ Toch komt het vertrek vrij plotseling. “Maar als het goed aanvoelt dan moet je het gewoon doen. En een ouwe lul op de stoel als programmeur, dat moet je niet willen worden. Stichting GRAP, de organisatie voor de Amsterdamse popmuziek, sluit nu beter aan bij mijn ambities en bij wie ik nu ben. Jaarlijks worden er verschillende evenementen als competities, showcases en festivals georganiseerd. Zo worden talentvolle Amsterdamse acts en bands onder de aandacht gebracht en aan een groot publiek gepresenteerd. Ik ga aan de slag als projectmanager podiumevenementen, waarbij ik voornamelijk jonge en talentvolle acts en bands begeleid. Daar kan ik echt mijn ei in kwijt. Ook is dit werk beter te combineren naast mijn eigen bedrijf, L.B. Musical Productions. Ik verzorg onder meer programmaklussen en dj-boekingen. Wat Lars na vijf jaar stichting GRAP zou willen doen, is nog een grote vraag. “Ik leef van ding tot ding. Voorlopig stap ik open in mijn nieuwe baan en ga lekker aan de slag. Wat er daarna gebeurt, dat zien we dan wel weer.”