The Slackers zijn gek op Jamaica

“Nederland blijft altijd een beetje speciaal voor ons”

Sarah Ockhuysen, ,

The Slackers is een graag geziene band in Nederland. Dit jaar treffen we dit gezelschap onder meer op Waterpop. Saxofonist David Hillyard maakt tijd voor een interview met 3voor12/denhaag.

“Nederland blijft altijd een beetje speciaal voor ons”

The Slackers is een graag geziene band in Nederland. Dit jaar treffen we dit gezelschap onder meer op Waterpop. Saxofonist David Hillyard maakt tijd voor een interview met 3voor12/denhaag. The Slackers zijn met een tourbus gekomen die tevens als kleedruimte fungeert. David Hillyard komt uit de bus lopen en stelt voor om op een bankje bij het water te zitten. “Dat is lekker rustig en kunnen we lekker even kletsen,” zegt Hillyard zacht. Hij ziet er een beetje duf uit. Geen wonder, hij heeft een drukke week achter de rug. “ Het touren kost behoorlijk wat energie. Je zit de hele tijd op elkaars lip en je bent constant bezig. Alles staat in het teken van The Slackers en de muziek die we maken. Niet dat dat erg is, daar doen we het juist voor. Maar ik zou liegen als ik zei dat het niet vermoeiend is.” The Slackers hebben vaak in Nederland gespeeld. Elk jaar kunnen we wel een paar avonden genieten van hun skamuziek met reggae-invloeden. Wat trekt hen zo aan in Nederland? “Nederland is helemaal top,” antwoordt David enthousiast. “Het is vooral een heel interessant land. Zo tolerant. Drugs, prostitutie, alles mag! Het publiek is ook altijd zo enthousiast. Heel anders dan het Amerikaanse publiek. Het lijkt wel alsof de Nederlanders net ietsjes verder gaan. Onze allereerste show in Europa was in Nederland, dus Nederland blijft altijd wel een beetje speciaal voor ons.” Ook over de festivals in Europa is Hillyard te spreken. “De festivals zijn altijd erg gezellig. Er hangt een leuke sfeer en iedereen gaat los. Zo hoort het ook!” The Slackers hebben de afgelopen tijd niet stil gezeten. David zet alles even op een rijtje. “Ja er zijn veel nieuwe dingen rond The Slackers gebeurd. Er is net een nieuwe cd uit. Dit is een instrumentale dub-reggae cd. Dat was erg leuk om te doen. Weer eens wat anders dan het album daarvoor, Close My Eyes. Dat is meer rocksteady. Het is gaaf om weer meer met reggae bezig te zijn. An afternoon in Dub is de eerste cd van ons waar alleen maar reggae op staat. In februari komt er een nieuw cd album uit. Het enige wat ik hier over vertel is dat het geweldig gaat worden!” Hillyard vervolgt: “Onze inspiratie halen we voornamelijk uit muziek van The Skatalites, Beatles en Bob Dylan. We zijn erg gek op Jamaica en dit willen we zoveel mogelijk in onze muziek naar voren laten komen.” Op Close My Eyes uit 2003 staan behoorlijk zware teksten in een vrolijk skajasje. Zo gaat bijvoorbeeld één van de vrolijkste liedjes op deze cd over de dood van de moeder van één van The Slackers. Hoe kan het dat zo’n zwaar nummer iemand zo vrolijk kan maken? “Close My Eyes is gemaakt tijdens een nogal zware periode. We hebben hier veel op verwerkt. Al die shit met de terroristische aanvallen en zo en de dood van de moeder van onze zanger natuurlijk. We willen muziek maken dat energiek is en we gebruiken moeilijke teksten. Dit maakt onze muziek ook wat minder oppervlakkig. Bovendien is dit onze manier om met vervelende periodes om te gaan.” The Slackers werden in 1991 opgericht. Hillyard zit er vanaf 1993 bij. “Dat we zoveel lol met elkaar hebben, maakt dat we het al zo lang met elkaar hebben uitgehouden. Ik kan mezelf niet meer voorstellen zonder The Slackers. Sinds mijn dertiende zijn ska en reggae een verslaving en wil ik niet anders meer.” David wordt geroepen om naar de bus te komen en geeft nog snel antwoord op de vraag hoe The Slackers zich voorbereiden op een show. “Nou dat is heel simpel. We gaan lekker chillen, doen rustig aan en vlak voor het optreden doen we de handen bij elkaar, concentreren ons en dan gaan we helemaal los op het podium.” Hij wil nog wel het adres van de 3voor12 site hebben. “Mail het maar naar me, ik wil het graag lezen. Ik begrijp er vast helemaal niets van, maar ik pak er wel een woordenboek bij of zo. “