Dikke Dennis, van superfan tot artiest

“Het enige leuke aan Amerika is, dat ik daar dun ben”

Lilian van Dijk, ,

Dennis Overweg, die naam zal weinig mensen iets zeggen. Maar noem Dikke Dennis, en iedereen veert overeind. Die man die altijd meekomt met Peter Pan Speedrock en iets geks uitspookt op het podium. Ook bij Schollenpop was Dennis present en direct bereid om iets over zichzelf te vertellen.

“Het enige leuke aan Amerika is, dat ik daar dun ben”

Dennis Overweg, die naam zal weinig mensen iets zeggen. Maar noem Dikke Dennis, en iedereen veert overeind. Die man die altijd meekomt met Peter Pan Speedrock en iets geks uitspookt op het podium. Ook bij Schollenpop was Dennis present en direct bereid om iets over zichzelf te vertellen. Dat hij bij Peter Pan Speedrock meedoet, vindt zijn oorsprong in de vriendschap tussen Dennis en bassist Bartman. “Ik ken hem al een jaar of twintig, van concerten. Hij zat in een rockabillybandje, The Lovesakes. Ik vond dat een leuk bandje, het was ook een beetje punkrock. Dennis wilde graag een keertje meedoen. “Ik had een zeldzame rockabilly plaat van The Fall Boys, die Bartman al heel lang zocht. Ik zei: ‘Je mag hem meenemen als ik een keer mag meezingen bij jullie.’ Zo is het gegaan.” Op een avond speelde The Lovesakes het nummer Nice boys don’t play rock’n’roll van Rose Tattoo, een Australische band. Dat kende toevallig ik uit mijn hoofd. Ik ben het podium op gesprongen om het mee te zingen.” Dit optreden beviel van beide kanten goed. Dennis deed vaker mee. “Totdat ik een keer te ver was gegaan. Toen gingen ze vergaderen of ik nog wel rock’n’roll was.” Het hete hangijzer: “Ik had een keer een koeienembryo meegenomen. Dat hing om mijn nek bij het optreden. Op een gegeven moment heb ik dat in het publiek gegooid. Dat ging The Lovesakes te ver.” Dennis kreeg een berisping: “Ik mocht niet meer zo verder gaan.” Maar Dennis is nou eenmaal Dennis. “De volgende keer had ik net een nieuwe vriendin. Ik had met een spuitbus ‘teef, hoer, bitch en slet’ op haar gespoten en haar meegenomen het podium op. Daar heb ik een liedje gezongen en na afloop heb ik haar met mijn vuist erin van onderen opgetild en ben ik weggelopen. Toen was ik weer te ver gegaan.” Dennis pauzeert even. Er moet wat gesnoven worden, hij moet over net al te lange tijd het podium op. “Sorry, maar hier doe ik niet moeilijk over.” We zien hem een half uurtje later tijdens het optreden bloot het podium op lopen. Je moet maar durven! Hij vervolgt zijn verhaal. “In diezelfde tijd stapte Bartman over op Peter Pan Speedrock. Dus ben ik meegegaan, want ik had genoeg van dat gezeik. Zo kwam ik bij Peter Pan Speedrock terecht.” Waar hij meer vrijheid kreeg, maar niet onbeperkt. “Ik haal nog steeds stunts uit. Gisteren nog. In de band die voor ons speelde, zat een meisje dat in een cover van Peter Pan Speedrock, Megasdetitas, mijn partij zong. Toen dat nummer in onze set aan de beurt was, heb ik haar dat nummer laten zingen. Ik ging achter haar staan masturberen. Het publiek ging onwijs uit zijn dak, de band ook, maar het management was er niet blij mee. Ik heb weer een waarschuwing gehad.” Dennis trekt zich er niet zo veel van aan. “Ik ma g het niet meer doen. Maakt me niks uit. Ik doe toch nooit dingen twee keer.” Zanger Peter van Elderen luistert even mee. “Het was wel wild gisteravond,” knikt hij met een grote grijns. Dennis, die een tattoo- en piercingshop in Amsterdam runt, de Dikke Dennis 666, heeft het druk met zijn optredens met Peter Pan. “Het gaat zo goed met die band, dat ik meer met de jongens weg ben dan dat ik nog tatoeëer. We spelen drie, vier keer per week.” Hij is in principe in Nederland bij alle optredens aanwezig. “Ik heb mijn eigen chauffeur, dus ik word altijd veilig thuisgebracht. Dat ik zo vaak meedoe is een beetje een uit de hand gelopen grap, maar ik vind het hartstikke leuk. Ik heb er ook mijn best voor gedaan, hoewel, ik ben gewoon zo.” Hij is ook met Peter Pan Speedrock in Amerika geweest. “De allereerste keer, toen ze op North By North West speelden. Dat land vind ik helemaal niks. Er is maar een ding leuk aan: dat ik daar dun ben.” Maar er is een tweede reden dat hij liever niet meegaat naar verre landen. “Ik ben een Amsterdammer. Ik krijg na een paar dagen heimwee. Dan moet ik een junk zien of in de hondenpoep trappen.”