Sioen en Das Pop zien overeenkomsten

Gent is net als Den Haag: één groot dorp

Tijdens het bezoek van de Belgische bands Sioen en Das Pop aan Den Haag spraken Peisam Tsang en Lilian van Dijk met de muzikanten over de verschillen en overenkomsten tussen Den Haag en Gent.

Gent is net als Den Haag: één groot dorp

Door Peisam Tsang en Lilian van Dijk Zowel Das Pop als voorprogramma Sioen treden voor het eerst op in Den Haag. Frederik Sioen, de singer-songwriter om wie waar de band draait, en consorten weten alleen dat het de hoofdstad is van politiek Nederland. Voor de rest kunnen ze er niets over zeggen. "Het is spannend en leuk om in het Paard op te treden in het voorprogramma van Das Pop. In België hebben we al veel optredens gedaan, in Nederland nog niet zo veel. Het is ook leuk om voor een groter publiek te spelen, ook al is het als voorprogramma. Das Pop kennen we wel, we wonen bij elkaar om de hoek. In Gent is er veel respect voor elkaar en voor elkaars projecten. In het uitgaansleven kom je steeds dezelfde mensen tegen, want het centrum is aardig geconcentreerd. Als het ware een groot dorp." Frederik Sioen is solo begonnen. De nummers die hij schreef waren voor solo-optredens en voor op de piano. Nu is er een band omheen, bestaande uit Jeroen Baert, Jesse Vrielynck, Jakob Nachtergaele en David Bratzlavsky. Jesse (bassist) onthult: "Frederik is dan wel solo begonnen, maar we zijn een echte band. We hebben elkaar leren kennen van het conservatorium." In Gent, een beetje vergelijkbaar misschien met Den Haag, is er veel kruisbestuiving. Jesse en Jakob (drums) hebben ook een project ‘Barbie Bangkok’. Jesse vindt dat geen probleem om in twee bands te zitten. Instemmend knikt de band. "Iedereen is ook lekker bezig," verklaart Jeroen (viool). "In een andere band schrijf ik ook veel meer." Sioen is van mening dat als het bij een band blijft het een beperkte visie geeft. Om dat te voorkomen is een ieder dus ook druk bezig met andere projecten. En geeft dat dan geen verdere problemen? Nu schudt de band als een eenheid het hoofd. Lieven Moors en Jen Bernon, respectievelijk gitarist en drummer van Das Pop, hebben weinig idee waar Den Haag voor staat. “We zijn Den Haag wel eens gepasseerd, maar meer als tussenstop. Is het niet het administratieve centrum van Nederland?” vraagt Lieven. Jen voegt toe: “Ik heb met een andere band, Starfighter, al eens in het Paard gespeeld.” Hij gokt: “Ik denk dat het een vrij gecultiveerde stad is, waar veel te doen is op kunstgebied.” Of ze Haagse bands kennen? “Ja, Anouk en Kane. Verschrikkelijk om naar te luisteren.” “En dat vind de rest van onze band ook”, durft Lieven te beweren. Jen hoort sinds enige tijd bij de vaste bezetting, ook al heeft hij niets met de beide CD-albums te maken gehad. “Voorlopig drum ik bij Das Pop. Starfighter staat een poosje op een laag pitje en dat is okay.” Lieven en hij vormen bij optredens de achterste linie. Lieven is een bescheiden mens: “Dat is zo gegroeid. Ik hoef niet zo nodig vooraan en zo houd ik Jen tenminste gezelschap. Om met z'n allen voor op het podium te staan, dat is ook geen gezicht.” Wat weten zij eigenlijk van de Haagse bandscene? “We hebben wel het idee dat het een hechte club mensen is. Dat gevoel dat bands met elkaar spelen, de samenhang, goede support krijgen. Net als bij ons in Gent. We gaan vrij natuurlijk met elkaar om.” Jen heeft jarenlange ervaring met toeren door België en Nederland. “Ik heb het idee dat er na SpoDeeODee en Urban Dance Squad een boel is veranderd in Nederland in het algemeen. En niet ten goede. Veel Nederlandse bands zijn weinig origineel.” Lieven maakt een uitzondering: “Ik ben helemaal weg van Spinvis. Die heeft een eigen smoel. De rest in Nederland is veel commerciëler.” Jen is blij verrast te horen dat een oude favoriet van hem, Burma Shave, nog steeds actief is en bezig is met een nieuwe CD. “Komen die ook uit Den Haag? Ik vond dat altijd een goede groep.”