Al vanaf het begin is het belang van Harrington in het geheel duidelijk. De set begint in het donker met enkel zijn virtuoze gitaarspel. In tegenstelling tot de plaat horen we vanavond meer een begenadigd jazz- dan rockgitarist. Na vijf minuten valt Jaar in en horen we meer dan op plaat een knappe samensmelting. Het gitaargeluid is er niet alleen voor een extra melodielijntje hier en daar. De sfeervolle open producties van Jaar zijn gemaakt om in te kleuren met mooie harmonieën.
Gelukkig staat hij niet alleen in dienst van de muziek. Regelmatig krijgt hij de kans om los te gaan. Zijn spel verveelt geen moment en blijft het hele optreden verrassen. Net als je denkt dat hij zijn virtuositeit enkel toont met ellenlange melodieën, blijkt hij zich ook prima te kunnen inhouden. Met een paar noten bouwt hij de spanning net zo knap op als met de volledige gitaarhals.