Op de bomvolle festivalagenda van 3VOOR12 ontbreekt de Amsterdam Fashion Week, maar bij Joost van Bellen staat dat evenement met dikgedrukte letters op de kalender. De DJ verzorgt morgen de muziek bij de show van Jan Taminiau, een van de meest toonaangevende ontwerpers van Nederland. Dat is geen toevallige klus. Samen met zijn partner Sander Stenger loopt Van Bellen alle mode-evenementen af. “Vorige week waren we in Berlijn en Parijs, volgende maand staan de New York en London Fashion Week op het programma. We vinden het geweldig om te doen en zijn er ook best goed in. Inmiddels zijn we zo’n beetje van de C-categorie opgeschoven naar B. We willen promoveren naar de A categorie.”

Als uitgangbord voor hun werk op de catwalk presenteren Stenger en Van Bellen nu Music For Imaginary Shows, autonome muziekstukken waarmee ze hun visie over hopen te brengen. “We maken muziekstukken voor merken en collecties die niet bestaan, zodat je als maker de volledige vrijheid hebt. Op die manier hopen we op te vallen en coverage te krijgen in internationale modebladen.”

Volgens Van Bellen vormt de modewereld een enorme inspiratie voor hem. Als club-dj staat hij niet bepaald bekend als een productieve producer, voor de catwalk vloeit de creativiteit rijkelijk. “Voor mezelf leg ik de lat heel erg hoog”, zegt hij. “Ik wil dat de muziek die ik maak minstens zo goed is als de platen die ik zelf te gek vind. Als ik met iemand anders werk voor een specifiek doel gaat het makkelijker. De excessen van de modewereld heb ik altijd erg inspirerend gevonden. Alles gaat snel, zodra een show afgelopen is rent iedereen naar de volgende. Mensen staan onder een enorme druk als een zaal vol zit met belangrijke pers en celebraties, en niet iedereen kan daar mee omgaan. Onze eerste Music For Imaginary Shows heet dan ook The Land Of Make Believe en is geïnspireerd door de donkere kant van de modewereld, de slachtoffers die onderdoor gaan aan drugs of anorexia, het bloed, zweet en tranen.”

Muziek maken voor shows is een vak apart, aldus Van Bellen, die al werkte met onder meer Diesel, G-Star en Spijkers & Spijkers. “Je komt van alles tegen bij shows”, zegt hij. “Van vallende spelden en klaarkomende olifanten tot opera’s van Wagner, achterstevoren afgespeeld. Een van mijn favoriete ontwerpers om mee te werken is Bas Kosters, die gaat voor totale gekte en geeft heel veel vrijheid. Andere ontwerpers zijn voorzichtiger. Ik vind het heel mooi om in team van creatieve mensen te werken, choreografen, art directors, allemaal mensen die er samen voor moeten zorgen dat een show precies klopt. Daar gaat enorm veel tijd in zitten. Vannacht ben ik weer tot half zeven bezig geweest met mixen.”

Er komt meer bij een modeshow kijken dan een kant en klaar gemixte set, die je bij wijze van spreken op een iPod aan kunt leveren. “Regelmatig wordt op het laatste moment nog van alles aan de show veranderd. Wij zijn er eigenlijk altijd zelf bij en moeten inspringen op wat er gebeurt. We staan in contact met mensen backstage. Als een model lastige schoenen aan heeft kunnen we tien seconden of misschien wel langer uitlopen, waarop wij proberen in te spelen, bijvoorbeeld door elementen te loopen. Veel shows eindigen met een simpele fade out, maar dat is onze eer te na. De afgelopen tijd hebben we keihard gewerkt. Onze studio is in feite een grote asbak. Nu is het chaos, maar zodra straks het eerste model de catwalk op stapt is er alleen nog glamour en glitter, het mooiste dat er is: met recht the land of make believe.”