Ergens op de Marco Polostraat hangt een eenvoudig bordje ‘Rock Supplies’, dat wijst naar een kale, industrieel-blauwe deur. Hier en daar staan wat fietsen vast tegen het rek en buiten is het nog licht. We volgen de lange trap naar beneden. Het ondergrondse, rauwe, donkere gevoel maakt meteen duidelijk dat dit een bijzondere plek is. We worden warm ontvangen door Reinier die met een grote glimlach achter zijn met mozaïek versierde balie staat. “Arry komt zo. Hij is zijn mobiel thuis vergeten, maar is onderweg...”
Niet veel later komt Arry binnen lopen. Eerst een kopje koffie, dan de rondleiding. De Rock Supplies is een bijzonder gemoedelijke broedplek voor rockmuzikanten, in 1997 geopend door een andere eigenaar en in 2005 overgenomen door Arry en Reinier. Reinier vertelt dat er in de jaren ´90 maar weinig oefenruimtes waren in Amsterdam, misschien in totaal een stuk of vijf – “meer vraag dan aanbod”.
Ze zijn het er allebei over eens dat het de laatste tijd andersom lijkt te zijn, er zijn steeds meer “oefenruimte-fabrieken” geopend met gigantisch veel studios en goede apparatuur en hoewel de harde kern ´Rock Suppliers´ altijd zal blijven bestaan, gaan de zaken iets minder.
Het besluit om de zaak over te nemen was haast vanzelfsprekend voor de twee. Muziek is hun leven - zelf spelen ze ook. Dat in tegenstelling tot de vorige eigenaar, die een echte salesman was. “Er was toen ook nog een winkeltje voor. Dat hebben we eruit gegooid. Daarna hebben we alles flink opgeknapt”.
Hun leven als muzikant was geen vetpot. Dat ze van hun passie hun werk hebben kunnen maken straalt er op alle fronten vanaf, zowel in de huiskamersfeer van de zaak zelf, als de charismatische manier waarmee de twee door hun domein lopen. Arry geeft ons een rondleiding door de lange gang met aan weerszijde verschillende soorten studio. Achter iedere deur galmt een ander geluid. “Wij zijn toch muzikanten en hebben met mensen te maken uit hetzelfde kamp. We hebben de oefenruimte als klant aangetrokken en hebben dat ondergrondse, gezellige, sfeertje onder het vergrootglas gehouden.”
Aan het andere einde van de lange gang belanden we in de relaxruimte. Tegen de ene muur, in een soort nis, staat een bescheiden assortiment aan ouderwetse trein en kappersstoelen. De muren zijn beplakt met posters, bandnamen en handtekeningen. Tegen de andere, langere muur van de ruimte staat alle reserve apparatuur opgestapelt. “Het is een hele verzameling. Niet alles doet het meer, als het kapot is gaat het weg.”
Arry vertelt hoe trots hij is op de vintage stoelen en besluit dat hij ons ook de studio wil laten zien. Hij wijst naar een brede, lichtblauwe deur en doet hem open. “Behalve verhuur van de oefenruimtes is er sindskort ook een mini-studio. Dit is nieuw. We gaan bandjes helpen demo’s op te nemen.”
Hoewel iedereen welkom is om hier te komen oefenen speelt het merendeel van de bandjes toch versterkte rock muziek. “Je kan wel zeggen dat we echte Rock Supplies-bands hebben. Het gebeurt ook vaak dat vriendengroepen hier een avond komen jammen, dat is natuurlijk hartstikke leuk.” Wat deze mensen vooral met elkaar verbindt is de onoverwinnelijke liefde voor de muziek.