Column Simon: "Nobody fucks with the Jesus!"

Meer dan dertig bezoekers. Waren ze verdwaald?

Tekst: Simon van Gorcum ,

Het Valeriusplein in Amsterdam Oud-Zuid. Niet de eerste plek waar je aan denk als het gaat om historisch beladen plekken in de hoofdstad. Toch heeft dit plein in de kleine honderd jaar van haar bestaan al veel gezien en meegemaakt. “Maar wat heeft dit met muziek te maken?”, hoor ik je al denken. Heb geduld. Ik kom er zo op!

Meer dan dertig bezoekers. Waren ze verdwaald?

Het Valeriusplein in Amsterdam Oud-Zuid. Niet de eerste plek waar je aan denk als het gaat om historisch beladen plekken in de hoofdstad. Toch heeft dit plein in de kleine honderd jaar van haar bestaan al veel gezien en meegemaakt. Niet in de laatste plaats door het Amsterdams Lyceum en de Valerius Kliniek. De eerste bracht onder meer een burgemeester en een minister voort: de tweede begroette mensen die het leven psychisch niet meer aankonden, misschien wel dankzij deze heren.

“Maar wat heeft dit met muziek te maken?”, hoor ik je al denken. Heb geduld. Ik kom er zo op!

Als iets ouder kind groeide ik in de buurt op en zat ik ook op het Lyceum. De kliniek heeft mij nog niet mogen herbergen, maar is mij ook niet geheel onbekend. Op het plein midden tussen de gebouwen heb ik als puber menig tussenuur licht beneveld op het gras doorgebracht. Ik ken het plein dus als geen ander en om nou te zeggen dat het naar een componist vernoemde plein erg swingend is? Nou nee, niet echt.

Een paar jaar na de middelbare school heb ik een tijdje met mijn vaste ‘partner in crime’ B. wat marginale bandjesavonden georganiseerd. De illusie dat we het nieuwe Mojo zouden worden werd al snel de kop ingedrukt, maar we deden het met plezier en met de liefde voor de muziek. Met marginale avonden en marginale budgetten krijg je veel marginale bandjes. Veel goed bedoelde a-muzikalen betraden het podium en verdwenen gelukkig net zo snel weer, maar héél af en toe was daar zowaar een goed bandje.

Meer dan dertig bezoekers. Waren ze verdwaald?


Het zal ergens op een troosteloze koude decemberavond zijn geweest. Dat was het gevoelsmatig bijna altijd op deze avonden. Het zaaltje aan de rand van de Spaarndammerbuurt liep langzaam vol. Wat was dit? Meer dan dertig bezoekers. Waren ze verdwaald? Hadden deze mensen per ongeluk onze locatie aangezien voor het hippe Westergasterrein en zouden ze na vijf minuten in een helder moment toch beseffen dat dit hok niet de Gashouder was en massaal de zaal verlaten!? Wat navraag leerde ons dat ze wel degelijk voor deze avond kwamen. Het zou het eerste optreden zijn van de nieuwe muzikale sensatie uit Amsterdam, in ieder geval volgens een moeder en tante van de bandleden en “they were here to stay!” Dat is vaker gezegd, hoorde ik mezelf een beetje cynisch denken, ik lachte vriendelijk en haalde nog een biertje.

Een klein half uurtje later betreden de vier mannen van Valerius Square onder luid gejuich en applaus een beetje schuchter het podium. Twee knappe lichtgekleurde broers met sluik donkerzwart haar, een drummer en een bassist. Ik kijk het gelaten aan vanaf de bar. Tien minuutjes later staat mijn mede-organisator B. naast me en port me, een grote glimlach van oor tot oor. Het is mij niet helemaal duidelijk of dit komt door de deuropbrengsten van de avond of door het muzikale dat voor ons op het podium plaats vindt. Nog een twintigtal minuutjes en een paar oorverdovende ovaties verder wist ik het wel. B. was niet weggegaan van zijn plek, noch was zijn glimlach verdwenen. Moeder had gelijk: “Valerius Square was here to stay!”

Na afloop werden we uitgebreid bedankt voor het geboden podium en de leuke avond. Wij op onze beurt bedankten hen uitbundig en renden al zwaaiend achter hun auto’s aan. Iets meer dan een jaar daarna waren ze, als uitzondering op de regel, nog eenmaal te bewonderen op ons podium. Ook deze keer betoverden ze, maar zoals die eerste avond zou het nooit meer worden. Zo nu en dan kwam ik de heren nog wel eens tegen en zeiden we elkaar vriendelijk gedag. Maar tegen mijn verwachting in bleef het daar op volgend een beetje stil rondom Valerius Square.

“You said it, man. Nobody fucks with the Jesus!”


Lente 2009. Ik rijd met mijn radio in het oor vanaf mijn moeders huis onder mijn oude middelbare school door. Een populaire radiostem kondigt de nieuwste sensatie uit Amsterdam aan: Valerius. Dat is toevallig. Ik fiets net met koude vingers langs de kliniek. Nog een bandje met Valerius in de naam. Een catchy deuntje komt door de oordopjes. Ik voel een warme lentegloed door mijn ijzig tikkende vingers gaan. Later, thuis, zit ik klaar voor De Wereld Draait Door. M. van N. rapperdepapt de naam Valerius door zijn intropraatje: ik bleef sowieso al kijken.

Daar staan ze die twee knappe lichtgekleurde broers met sluik donkerzwart haar uit Amsterdam, samen met hun drummer en bassist. Ze betoveren. Wat internetten in de weken erna en we zien de heren gearmd met Marco Borsato, genomineerd voor een TMF Award en ze hebben een ware single met clip featuring Horace Cohen (Hey, zat die niet ook op het Amsterdams Lyceum!?) helemaal in de style van The Big Lebowski. Jesus, het kan snel gaan.

De moeder zei het al: “Valerius Square is here to stay” …

Nee, de heren zijn het plein ontgroeid en allang niet ‘Square’ meer, nooit geweest zelfs.

“Valerius is here to stay!”, en het plein swingt!