The last Malkoholic party is over

Laatste show Malkovich in Akhnaton groot succes

Tekst: Christiaan Walraven Foto's: Niels Vinck, ,

De hardcore band met leden uit de hele randstad heeft voor deze laatste show de Amsterdamse Akhnaton gekozen om met fans en vrienden nog éénmaal het dak eraf te spelen en te feesten tot in de late uurtjes. Tussen deze vrienden zitten erg goede muzikanten en zo is er met Dominatör en een Malkovich coverband vooraf en coverband The Sextras achteraf, ook muzikaal genoeg te beleven.

Laatste show Malkovich in Akhnaton groot succes

Na acht jaar lang feesten is voor Malkovich het laatste feest geweest. De hardcore band met leden uit de hele randstad heeft voor deze laatste show de Amsterdamse Akhnaton gekozen om met fans en vrienden nog éénmaal het dak eraf te spelen en te feesten tot in de late uurtjes. Gelukkig bevinden zich tussen deze vrienden erg goede muzikanten en is er ook muzikaal veel te beleven met twee voorprogramma’s en een naprogramma. Bij binnenkomst is het feest al gelijk voelbaar. Er heerst een prettige ons-kent-ons sfeer en de vlaggetjes en ballonnen kleden de toch altijd wat kale zaal van Akhnaton leuk aan. Om de zaal op te warmen mag de bevriende band Dominatör aantreden. Zij maken metalcore in het verlengde van Malkovich. Ze hebben sterke songs en zijn een goede opwarmer, maar als bij het laatste nummer Malkovich zanger Hugo meezingt, wordt duidelijk dat deze toch een veel sterkere en zekerdere stem heeft. Na een korte ombouwpauze betreedt een all-star bandje, met onder andere gitarist Luuk van Aux Raus en drummer Bram van Malle Pietje & The Bimbo’s, plotseling het podium. Als Malkovich coverband brengen zij, geheel met pruiken en al een aantal Malkovich nummers. Erg leuk om onaangekondigd voor je kiezen te krijgen, maar gelukkig houden ze het kort. Zo’n karikatuur blijft niet een half uur leuk. Daarna is het tijd voor het echte werk en betreedt iets voor elven Malkovich het podium. Ze starten de speciale set toepasselijk met 001, de openingstrack van hun eerste, self-titled album, waarvan vanavond, ondank het feit dat zanger Hugo en Bassist Job toen nog niet in de band zaten, opvallend veel nummers worden gespeeld. Als na een paar nummers echter 042, met daarin het legendarische “There ain’t no party like a Malkoholic party!” wordt gespeeld, is het hek van de dam. Het publiek gaat onder leiding van wat bevriende bands helemaal los, met een flinke pit en verscheidene stagedivers als gevolg. Maar voor zo’n allerlaatste show is dat natuurlijk niet genoeg en dus wordt bij 016, tijdens die snoeiharde gitaaropening, ritueel een broodmes in het lange haar van Hugo gezet en worden de plukken uitgedeeld aan de eerste rijen. Zodat het maar goed duidelijk is dat de band morgen niet weer bij elkaar komt. Ook de ex-leden van de band komen een nummer meespelen. Zo mag Job de baspartij overgeven aan Miriam, die in 2006 uit de band stapte en wordt er zelfs nog een nummer in de originele bezetting gespeeld, van toen Hugo nog niet in beeld was. Huidig gitarist Mark neemt de vocals voor zijn rekening en Aart speelt de gitaarpartij, zoals hij dat tot eind 2002 deed. Tegen het einde van de set worden zowel op het podium als in de zaal de shirts uitgetrokken, waarna het nog een stapje feestelijker wordt, met crowdsurfers die met de benen omhoog over het lage plafond lijken te wandelen. En dan is het na een ruim uur en nummers van alle platen tijd om de show af te sluiten met de meestertrack 017, van de gelijknamige EP. Na afloop worden de laatste cd’s en T-shirts met korting verkocht en mag coverband The Sextras, waarin Malkovich drummer Josha ook speelt, de avond afmaken met uiteenlopende covers van onder andere Prince, NERD, Michael Jackson, Nirvana en Van Halen. Het was een mooie tijd met Malkovich, maar de leden gaan door in verschillende projecten. Zo zijn op 17 oktober, tijdens de opening van de nieuwe Winston alweer twee van deze bands te zien: Adolf Butler, met Malkovich gitarist Thomas en leden van Dominatör en Malle Pietje & The Bimbo’s, en Firestone, met Hugo en Bastiaan van Aux Raus. Gezien: Malkovich Akhnaton, 3 oktober 2008 Tekst: Christiaan Walraven Foto’s: Niels Vinck