Machinefabriek te gast op Belgische avond

Win kaarten voor Popgrond

Tekst: Rens van den Boogaard, ,

Eens per maand vindt in het Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond de Popgrond avond plaats. 3VOOR12/Amsterdam blikt vooruit op de editie van aanstaande maandag, met Machinefabriek en De Portables. En dan zijn er ook nog eens kaarten te winnen.

Win kaarten voor Popgrond

Tijdens de maandelijkse Popgrond-avonden in de Brakke Grond presenteren Vlaamse artiesten zich aan het Amsterdamse publiek. Aanstaande maandag 18 februari is het de eer aan De Portables. Deze band gaat al jaren mee in de Vlaamse underground en werd gezien als de eerste Belgische postrockband. Ze hebben ook al bewezen uit de voeten te kunnen met indierock en dansbare elektronica. Tel daarbij op dat de band zichzelf niet altijd te serieus neemt, en het kan zomaar eens heel gezellig worden als ze live spelen. De Portables zelf kozen als voorprogramma het Nederlandse Machinefabriek uit. Geluidskunstenaar Rutger Zuydervelt, de man achter dat project, is zeer vereerd. "Ik kende al werk van Jurgen De Blonde van De Portables en ben ook zeer benieuwd wat zij als band live brengen." Zoals gebruikelijk zal Zuydervelt niet een van zijn vele 3"-cd'tjes gaan reproduceren op het podium, maar ter plekke een nieuw muziekstuk maken. "Ik denk dat ik met een lapsteel en veel effectpedalen aan de slag ga. Dezelfde setting dus als laatst in het Bimhuis. Ik heb een beetje in m'n hoofd wat ik wil qua opbouw, en verder laat ik het ter plekke ontstaan. Het zal een beetje in de richting gaan van mijn release Grom en het nummer Lawine dat op mijn eerdere album Marijn staat." Popgrond presenteert De Portables en Machinefabriek in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond op maandag 18 februari. Benieuwd naar de onvoorspelbare Portables en de altijd unieke optredens van Machinefabriek? Mail dan zsm je volledige naam naar 3voor12amsterdam@gmail.com, met als subject 'prijsvraag popgrond'. 3VOOR12/Amsterdam geeft 2x2 kaarten weg onder de snelle inzenders. Winnaars krijgen tijdig bericht. Tekst: Rens van den Boogaard