Het was een gevarieerde middag afgelopen zondag in OCCII. Er waren films, hapjes en drankjes, bands en een singer-songwriter. De films begonnen al om 15:00 uur 's middags en omdat het eindelijk eens een zonnige dag was leek het me niet echt aantrekkelijk om in een donker zaaltje films te kijken. Als ik rond 16:30 binnenkom is het laatste gedeelte van een film bezig. Het ziet er vrij melig uit; een meisje komt een kamer binnen waar iedereen naakt is maar ze beweren allemaal van niet en de volgende scene komt ze zelf naakt de kamer binnen en is de rest gekleed. Aftiteling. Alles lowbudget gefilmd in artistiek zwartwit. Ik besluit nog even buiten rond te gaan lopen en kom iets later weer de OCCII binnen middenin een scene van een andere film waarin een jongen gemarteld wordt; zijn pik wordt in tweeen geknipt en zijn tanden worden er één voor één uitgetrokken, deze keer in kleur met verschrikkelijk slecht geluid en een rommelige cameravoering en montage. Ik besluit maar even een broodje met tapenade te kopen, ik heb nog haast niks gegeten vandaag.
Dan de muziek. Als eerste is een in Amsterdam wonende singer-songwriter aan de beurt. Onder de naam Faking Brave speelt hij liedjes die beïnvloed lijken door Conor Oberst van Bright Eyes. Het is allemaal zeer serieus en politiek geladen. En net als bij Conor Oberst solo mis ik een beetje de relativering. In het geval van Faking Brave wordt dat al snel heel ongemakkelijk. Het schijnt zijn derde optreden te zijn en hij trilt als een rietje. Hij kan zijn handen niet stilhouden waardoor hij zijn gitaargrepen niet goed kan pakken en in zijn stem zit een constante vibrato. Hij lijkt heel ongelukkig daar in zijn eentje op het podium. Aan het eind van het optreden herinnert hij zich plotseling wat hij ons nog had willen vragen; als iemand met hem zou willen spelen...hij zou graag samenspelen met een een zangeres of een cello-speler, of wat dan ook. Dus check zijn website en neem contact met hem op als je het wat vindt.
Nog meer amateurisme daarna, maar dan van het aanstekelijke soort. The Tommies is een meidentrio. Ze spelen punk zoals punk bedoeld is; je koopt alledrie voor het eerst een instrument en twee weken later ga je optreden met je bandje. Dat je dan nog voor geen meter kan spelen dondert niet, als je maar lol hebt ! En ze glimmen van trots na elk nummer dat weer redelijk foutloos tot een eind is geragd en gerammeld. Er wordt ook weer lekker van instrument gewisseld. Nummers worden rustig nog een keer ingezet als er een foutje gemaakt wordt (en de gitariste even op de frets van de bas heeft aangewezen hoe'ie ook alweer ging) Ik zie liever dit soort bands dan weer zo'n glad popschoolproject. Ze zoeken nog een oefenruimte in Amsterdam, dus doe iets goeds voor de Amsterdamse muziekscene en verhuur je garage aan deze meiden !
Daarna Persil. Nadat ik in een vorige recensie de zang omschreven had als nagels-over-het-schoolbord-zang durf ik ze nauwelijks onder ogen te komen. Recensies schrijven is funest voor je sociale leven ! En Persil is een hartstikke leuk bandje ! Ook het gespeel met goedkope electronica van Persil zie ik liever dan gladde popschoolprojecten. Ze zijn vanmiddag met zijn tweeen, dus zonder extra bassist (bij het laatste optreden in Paradiso had Bas Jacobs die rol op zich genomen) Daardoor is het geluid nu wel weer wat dunner. En tja, die zang... Misschien zou David eens moeten proberen te zingen en Martine af en toe eens gitaarspelen, dat zou ook meer afwisseling in de live-show brengen (waar bemoei ik me mee ?)
We Versus Death uit Utrecht is dan weer heel wat anders. Instrumentale postrock. De ernstige sfeervolle muziek wordt leuk gecontrasteerd door de droogkomische presentatie van de trompettist (en bandoneon-speler) tussen de nummers en de losse interactie op het podium. De band wisselt geamuseerde blikken uit en springt lekker mee met de eb en vloed-bewegingen in de muziek en blijft ook daardoor ook visueel boeiend ondanks het ontbreken van een echte frontman/vrouw.
De OCCII komt daarna gevaarlijk dicht op Heeren van Amstel-terrein door een coverband te programmeren. The Smyths heten ze en drie keer raden wat voor covers ze spelen. Als Smithsfan die al jaren geen Smithsplaten meer gedraaid heeft is het een vreemde gewaarwording al die nummers die ik woordelijk kan meezingen nu uitgevoerd te zien door een paar doorsnee Britten op een zondagavond in de OCCII. Bij de eerste aanblik van de nep-Morrissey met zijn ingestudeerde beweginkjes overheerst de scepsis, maar gaandeweg het optreden maakt dat plaats voor een ongeneerd feest der herkenning. Dat ik daarin niet alleen sta maakt het er allemaal nog gezelliger op. Het publiek speelt het spel sportief mee en gooit bloemen het toneel op, schreeuwt : "Morrissey I love you", doet de polonaise tijdens Girlfriend in a Coma, en bestormt de nep-Morrissey aan het eind van het concert voor een grouphug zoals traditie was bij de real thing. Volgende keer een Smiths-karaoke in de OCCII ? Ik zal weer van de partij zijn.
Een gevarieerde middag in OCCII eindigt in een feest der herkenning met The Smyths
een middag met broodjes tapenade, leuke amateuristische bandjes en een doormiddengeknipte pik
Onder de titel Under Construction Matinee, was er afgelopen zondag vanaf 15:00 uur vanalles te beleven in de OCCII. Er waren films en diverse vegetarische versnaperingen. En er was muziek van We Versus Death, Persil en The Smiths, ...eh...pardon, The Smyths natuurlijk.