Eerlijk, het was de mooiste lente ooit. Daniela Pes was vanaf haar geboorte-eiland Sardinië naar Bologna getrokken om te studeren, in januari 2020. Maar zodra in maart van dat jaar de covid-pandemie uitbrak, haastte ze zich terug naar huis. Of beter: naar haar zomerhuis op de meest noordelijke punt van Italië’s grootste eiland, Santa Teresa. Daar zat ze dan, in een verlaten huis, met enkel haar kat Bonifacio bij zich, die dan weer vernoemd is naar de spectaculaire klifstad op het meest zuidelijke puntje van Corsica. Bij helder weer kun je die zien liggen vanuit Sardinië. ‘Het was ongelofelijk’, zegt de zangeres. ‘Ik heb denk ik drie maanden geen mens gezien. Ik heb nog nooit zo’n vredige tijd meegemaakt.’
Sardinië, officieel is het onderdeel van Italië maar eigenlijk is het een land op zich. In de loop der eeuwen werd het eiland dankzij de strategische ligging talloze keren heen en weer geslingerd, van Rome naar Carthago, van de Spanjaarden en de Arabieren naar uiteindelijk de Italianen. Je kunt je voorstellen dat daar op Sardinië een stel trotse, koppige mensen woont. Een volk dat veel waarde hecht aan zijn identiteit, en dat tegelijk sporen in zich draagt van alle culturen die er geheerst hebben. ‘Sardiniërs zijn sterke mensen’, zegt Daniela Pes, ‘Opstandig ook wel. Maar niet zo erg als de Corsicanen, die hebben echt bommen laten afgaan om hun zelfstandigheid af te dwingen.’